Arie Altena
index

Wat is community art?

Arie Altena

In 2016 publiceerde V2_Publishing mijn boekje Wat is community art?

Het is te bestellen via: https://v2.nl/publishing/wat-is-community-art.


PDF

Blurb

Er wordt de laatste jaren vaak gesteld dat er in de hedendaagse westerse kunst een sociale wending heeft plaatsgevonden. Het gaat niet langer om kunst om de kunst, niet om kunst als uitdrukking van de persoonlijke visie van een eenling, maar om kunst (of projecten) die mensen (en dingen) samenbrengen en zo de wereld veranderen. Tot op zekere hoogte is deze sociale wending terug te voeren op het verlangen naar ‘gemeenschap’ dat veel kunstenaars eigen lijkt te zijn. De filosofische opvattingen van de gemeenschap en het sociale raken aan de preoccupaties van kunstenaars die zich met het sociale bezighouden, waar de kunstenaar niet meer de persoonlijk individualiteit verdedigt tegen de kracht van een regels stellende maatschappij, maar continu onderzoekt wat bindt en hoe we verder kunnen.

Inhoudsopgave

Inleiding
I. Wat is community art?
II. Waarom community art?
III. Definities van community art
IV. Historische achtergronden van community art
V. Wat is een community?
Noten

Woord vooraf

Wat is community art? is het derde deel in een reeks publicaties van V2_ waarin telkens één aspect uit de theorievorming over eigentijdse kunst en design wordt uitgediept en op scherp gesteld. In opdracht van V2_ schreef ik het in het begin van 2016. Het doel van de serie is helderheid scheppen, zodat duidelijk wordt waar we het vandaag de dag over hebben in de kunst. Om het betoog zo toegankelijk mogelijk te houden zijn alle citaten door mij in het Nederlands vertaald – de originele tekst is in de noten opgenomen. Ik wil V2_ bedanken voor de mogelijkheid die ze me gegeven hebben om mijn gedachten over community art uit te werken, het Mondriaan Fonds voor de onmisbare financiële ondersteuning, Dirk van Weelden voor het delen van zijn ideeën, en alle naasten die de afgelopen jaren met community art, kunsteducatie en aanverwante projecten zijn bezig geweest en mij een inkijkje gegeven hebben in hun activiteiten.

Amsterdam, juli 2016

Inleiding

Er wordt de laatste jaren regelmatig gesteld dat er in de hededdaagse westerse kunst een sociale wending heeft plaatsgevonden. De invloedrijke kunstcriticus Claire Bishop heeft het bijvoorbeeld expliciet over een ‘social turn’ in de kunsten.1 Curator Maria Lind zag in 2007 een ‘collaborative turn’ in de kunst;2 en Ruben Jacobs argumenteert in Iedereen een kunstenaar dat kunstenaars steeds vaker als sociologen te werk gaan.3 Alweer twintig jaar geleden introduceerde Nicholas Bourriaud het idee van ‘relational aesthetics’ om kunst te duiden die gericht was op het sociale.4 Pascal Gielen en Paul de Bruyne schrijven in hun boek Community Art uit 2011: ‘Zelfs kunstenaars die veel erkenning genieten in officiële kunstkringen, beginnen aanzienlijk meer interesse in de gemeenschap rondom henzelf te vertonen.’5 Ook Maarten Doorman, een hardnekkig aanhanger van de autonomie van de kunst, stelt in De navel van Daphne (2016) dat er steeds meer kunst is die politiek betrokken wil zijn en dat steeds meer kunstenaars de urgentie van hun werk aan een politieke agenda ontlenen.6 De sociale wending is niet voorbij gegaan aan de kunstwereld van ‘grote namen’: in 2015 ging de Britse Turner Prize naar Assemble, een collectief van jonge, radicale architecten die veelvuldig en intensief samenwerken met buurtbewoners. De kop boven een interview met hen in The Guardian luidde: ‘Art? We’re more interested in plumbing.’7 Het gaat niet langer om kunst om de kunst, niet om kunst als uitdrukking van de persoonlijke visie van een eenling, maar om kunst (of projecten) die mensen (en dingen) samenbrengt en zo de wereld verandert. Tot op zekere hoogte is de sociale wending in de westerse kunst terug te voeren op het verlangen naar gemeenschap dat veel kunstenaars eigen lijkt te zijn. Niet alleen kunstenaars die samenwerken, ook – of juist – kunstenaars die alleen in hun studio werken. De Amerikaanse performance en conceptuele kunstenaar Dan Graham stelde eens: ‘All artists are alike. They dream of doing something that’s more social, more collaborative, and more real than art.’8

In Nederland werd vanaf het begin van de 21e eeuw steeds vaker de term community art gebruikt voor de vaak maatschappelijk geëngageerde kunstprojecten waarin kunstenaars samenwerkten met bijvoorbeeld buurtbewoners, achtergestelde groeperingen, of jongeren. De opkomst van dergelijke projecten is een onderdeel van de ‘sociale’ en sociaal-geëngageerde tendens in de hedendaagse kunst. In dit boekje vormt de term ‘community art’ het uitgangspunt voor een benadering van verschillende aspecten van de sociale wending in de kunst.

Noten

Inleiding

1. Zie onder andere Claire Bishop. Artificial hells: participatory art and the politics of spectatorship, Verso Books, London, 2012.

2. Marie Lind, ‘The Collaborative Turn’. In: Johanna Billing, Lars Nilsson, Marie Lind (red.). Taking the Matter into Common Hands: On Contemporary Art and Collaborative Practices, Black Dog Publishing, London, 2007.

3. Ruben Jacobs, Iedereen een kunstenaar. Over authenticiteit, kunstenaarschap en de creatieve industrie, V2_Publishing, Rotterdam, 2014.

4. Zie Nicholas Bourriaud, Relational Aesthetics, Les Presses du réel, Dijon, 2002.

5. ‘Even artists who enjoy a lot of recognition in official art circles have begun to demonstrate considerably more interest in the community around them’. Paul De Bruyne en Pascal Gielen (red.), Community Art: The Politics ofTrespassing, Valiz, Amsterdam, 2011, 3.

6. Zie Maarten Doorman, De navel van Daphne, Bert Bakker, Amsterdam, 2016.

7. Charlotte Higgins, ‘Turner prize winners Assemble: “Art? We’re more interested in plumbing”’, The Guardian, 8 December 2015, http://www.theguardian.com/artanddesign/2015/dec/08/assemble-turnerprize-architects-are-we-artists.

8. Geciteerd naar Claire Bishops Artificial Hells, die het gebruikte als motto voor haar studie naar participatie in de hedendaagse kunst.

Arie Altena
index