Arie Altena
index

Hallo? Geschiedenis? Hallo?

Gedachten over terroristen en geschiedenis naar aanleiding van Dial H-I-S-T-O-R-Y

Arie Altena

Zapruder Stress: de zwaarte van eindeloos uitwaaierende betekenissen (betekenissen van representaties van wat plaatsgevonden zou kunnnen hebben). Geen mysterie wordt opgelost en er is geen belofte van verlossing. Dial H-I-S-T-O-R-Y, voorbij Zapruderstress.

''The world and its appearances

In its appearances

the world, good-bye

world, good-bye appearances

Was that the arrangement?''

Dirk van Bastelaere, 'Zapruderstress'

Take me back to where I belong

De geschiedenis begint als een mythe. Het kan het eerste nieuws zijn dat je vroeger toen je klein was op televisie hebt gezien, de oorlog in Cambodja – iets wat je raakte. Zulk nieuws houdt een mythische waarde. Het is niet opgesloten in het rijk van het geschiedenisboek, ook nog niet blootgesteld aan inflatie door overload en gewenning: de zoveelste crisis in het nieuws, de zoveelste burgeroorlog – wat interesseert het je nog?

Dat beelden en gebeurtenissen een mythische waarde hebben merk je wanneer je ze terugziet. Alle documentaires over de Duitse Herfst van 1977, in 1997 uitgebreid herdacht op de Duitse TV, heb ik ademloos bekeken, opgenomen op video om ze nog eens te kunnen bekijken. Waarom? Zijn het inderdaad mijn mythische verhalen uit het tijdperk van de TV, de verhalen en beelden waarmee ik groot geworden ben? Behalve Zwarte Pijl en Thierry De Slingeraar, ook de Baader-Meinhoff Gruppe, terroristen en vrijheidsstrijders?

Derde klas lagere school: blokrekenen, het saaiste vak. We zitten in een groepje van vier bij elkaar. We zitten te klieren. De invaljuf stapt op ons af. Wie is hier de aanvoerder? Ik zeg: Niemand, we hebben geen aanvoerder. Wij zijn communisten. Verbouwereerd over zoveel brutaliteit antwoordt ze: Maar communisten hebben ook een aanvoerder. Ja, maar wij niet.

Ik speelde met mijn broertje de burgeroorlog in Angola na. Hij moest de FNLA zijn. Ik was de MPLA. De MPLA waren de communisten, de revolutionairen. Natuurlijk moest ik de communisten spelen. Misschien heb ik ook gespeeld dat ik de RAF was, zoals ik voor Zwarte Pijl speelde, of, – mijn lievelingsheld – Thierry de Slingeraar.

Zo zijn ook de foto's van de Baader-Meinhoff Gruppe in mijn geheugen gebrand toen ik nog klein was en geen besef had van politiek en werkelijkheid. De onverantwoordelijke onschuld van de jeugd in een jaren zeventig nieuwbouwwijk in een middelgrote industriestad?

Calling history

Bel de Geschiedenis. Dat mythische moment als het nieuws nog niet in schoolboeken is versteend en nog niet aan de aandacht onttrokken door de stroom van nieuwsfeiten die je al jaren volgt, zou dat een decisief moment zijn voor de constituering van het subject in tijden van massamedia? Afspraak met de geschiedenis. Hallo geschiedenis.

Bel de Geschiedenis. Dial H-I-S-T-O-R-Y: 68 minuten video over vliegtuigkapingen. Een schok van herkenning. Vliegtuigkapingen, aanslagen, beelden uit het nieuws die mijn blik hebben gevormd, zonder dat ik me dat ooit gerealiseerd heb. Gezien op het nieuws tussen de Fabeltjeskrant en de TV-serie van 7 uur. Ik herken dit. Deze koppen van vliegtuigkapers, ik identificeer me instinctief met hen. Is het door de roes die de video oproept, de duikvlucht door het beeldmateriaal, of is het echt herkenning?

Bel de Geschiedenis. Laat ik aan titelverklaring doen. De terrorist is de laatste individu in de twintigste eeuw die een telefoontje pleegt met de hotline van de geschiedenis. Dial H-I-S-T-O-R-Y 1-800. Is het de lijn die gebeld kan worden om deel uit te gaan maken van de geschiedenis? De terrorist trekt de wereldgeschiedenis naar zich toe. Je plaatst een bom en je pleegt een telefoontje. De bom ontploft en je bent op TV. Ben je op TV dan ben je deel van de geschiedenis. Toch?

Of is Dial H-I-S-T-O-R-Y de noodlijn die gebeld kan worden met suggesties over wie de moord op de geschiedenis gepleegd heeft?

1 Zie Tom Paulus' 'Bezet', in Andere Sinema 141 p. 57

Is de geschiedenis vermoord? Zijn de massamedia de schuldigen omdat ze geschiedenis omwisselden voor nieuws. Het nieuws: morgen weer vergeten, nooit een maatstaf voor hoe je leeft, wat je moet geloven en wat je mag verwachten; geheugenloos. En de vermoorde geschiedenis: een verklarend verhaal, met context, betekenis, en een geheugen, dat ons vertelt wie we geworden zijn en hoe dat zo gekomen is.

Zijn de schuldigen de individuen die, in plaats van geschiedenis te maken, hun toevlucht zochten tot de massamedia. De wereldveranderaars die zich aanpasten aan de logica van de media (sensatiezucht: hoe heftiger de explosie des te groter de impact). Pas als het in het nieuws komt dan is het werkelijk gebeurd, pas dan gaat het deel uitmaken van wat de mensen geloven.

Zijn de vliegtuigkapers kandidaat-verdachten voor de moord op de geschiedenis? Zij verplaatsten hun strijd naar de spotlights van de media. Zij zetten door media-exposure de Palestijnse kwestie op de agenda, trachten door media-exposure collega-vrijheidstrijders vrij te krijgen. Pasten ze zich aan aan de nieuwe wereldorde waarin het beeld heerst, waarin macht via media verdeeld wordt?

2 Zie Don DeLillo, Mao II

Of zijn de toeschouwers de schuldigen omdat zij zich gek laten maken, omdat zij er in gingen geloven?

Is de geschiedenis vermoord door cynische theoretici die beweerden dat de hyperrealiteit het pleit gewonnen heeft? Communicatieadviseurs en reclamemensen, dat slag, met een vested interest in de uitwissing van een externe wereld voor de representatie. Zijn zij schuldig? Of heeft de geschiedenis zich maar even verscholen achter de sluier van de mediatisering, van het simulacrum? Het simulacrum van cijfers, statistieken mediabeelden, representaties, uiteenwaaierende betekenissen? Kunnen we de geschiedenis terugvinden door om het simulacrum heen te kijken?

3 Of is de terrorist – zoals Tom Paulus schrijft – degene die met alle gemak de hotline met de geschiedenis saboteert. De enige die interventies kan plegen waar de wereldleiders allang machteloos geworden zijn, Verenigd Europa en de Verenigde Naties machteloze instituten? De terrorist een sluipschutter in het rijk der tekens? Een mazenglipper? De warlords, ja, dat zijn mazenglippers, net als de Algerijnse moordcommando's. Hun strijd laat zich niets gelegen liggen aan de media. Hun terreur heeft geen TV nodig. Is de terrorist van nu wel te vergelijken met de vliegtuigkaper van 1970? Zijn terroristen van toen en nu wel op hetzelfde plan te stellen als de warlords van de jaren negentig in Rwanda, Somalië, Liberia, Bosnië?

Ik stel wellicht veel te veel vragen. Ik stel ongetwijfeld vragen die niet afgedwongen worden door Dial H-I-S-T-O-R-Y, maar voortkomen uit mijn obsessies. Het gonst in mijn hoofd en dat is wel de schuld van de video.

Waarom schitteren de vliegtuigkapers in de 68 minuten durende compilatie-tape van Johan Grimonprez? Waarom was Dial H-I-S-T-O-R-Y een hit op de Documenta? Waarom verschijnen er artikelen over Dial H-I-S-T-O-R-Y in tijdschriften waarvan je dat niet zou verwachten? Waarom wordt hij overal vertoont? Wat is hier aan de hand? Worden er vragen opgeroepen die relevant zijn? Of is het omdat de roes van het kijken ‘lekker' is? Waarom word ik erdoor geraakt? Bel de geschiedenis.

Watching Dial H-I-S-T-O-R-Y

Dial H-I-S-T-O-R-Y bestaat voor een groot deel uit archiefbeelden, van vliegtuigkapingen, terrorisme in de lucht en van alles wat daarmee te maken heeft, van vliegangst tot de moord op Sadat. Nieuwsitems, oude filmjournaals, stukjes interview, het is een terugblik. We zien Kozo Okamoto verslagen in de beklaagdenbank, Leila Khaled, de ontploffing van drie Boeings in de woestijn, Castro en Lenin en Mao – alle fantomen en clichés van het internationaal terrorisme. Een voice-over leest teksten over plots, terroristen en catastrofes voor die vrijwel allemaal ontleent zijn aan twee romans van Don DeLillo: White Noise en Mao II. De muziek van David Shea versterkt het gevoel van nostalgie. Nostalgie naar een tijd toen het nog mogelijk leek om een revolutie te ontketenen die niet ontaarden zou in een vulgaire burgeroorlog, nostalgie naar een tijd toen terroristen bellbottoms droegen.

Dial H-I-S-T-O-R-Yis uit op een emotionele reactie. Het is een duikvlucht door beelden. Er wordt niet ingegaan op achtergronden. Je leert niets over wat de terroristen wilden, niets over de context van de gebeurtenissen. Er wordt geen uitleg gegeven: de kijker wordt getrakteerd op een, qua dynamiek en beweging, ‘lekkere' video, die je onderdompelt, je overweldigt en confronteert zonder een stapje opzij te doen, zonder de beelden in perspectief te zetten. Het is subliem: dit zijn de beelden, zie maar wat je ermee doet. De video is meer gebaseerd op de beeld-esthetiek van de samples dan op de historische of maatschappelijke betekenis ervan.

4 Voor mij was Dial HISTORY een exploratietocht, waarbij ik mij liet inspireren door media als CNN, MTV en NBC. Die esthetische strategie wilde ik nabootsen, zegt Grimonprez in een interview. Het is een esthetiek waarbij de media het nieuws tot soap-opera's maken, onderbroken door commercials

Samplen, contexten en contexthorizon

Dial H-I-S-T-O-R-Y is een compilatie-video. Grimonprez kiest stukjes uit nieuws en uit films en monteert die opnieuw aan elkaar. De betekenis van zijn verhaal – voor zover je er als kijker een verhaal van wilt maken – ligt in de volgorde van die stukjes, de 'flow'. Hij maakt nauwelijks gebruik van de juxtapositie of Eisensteiniaanse, argumentatieve trucs. De fragmenten botsen niet – een uitzondering daargelaten –, ze volgen elkaar op, vullen elkaar aan, bouwen op elkaar voort, geven, heel soms, een andere visie als de vorige stukjes. De montage is vrijwel zuiver sequentieel. Dat de video grotendeels chronologisch is heeft daar alles mee te maken. Feitelijk gebruikt Grimonprez een vorm van montage die eerder narratieve effecten heeft dan disruptieve of argumentatieve effecten.

Zijn omgang met de voice-over is soortgelijk: de inhoud van de voorgelezen fragmenten bouwt voort op of interpreteert wat al in het beeld te zien is. Tekst en beeld vullen elkaar aan, gaan een op elkaar betrokken relatie aan, waarbij de hoofdthema's steeds herhaald worden. Het zijn niet diepe kloven, geen explosies (die zijn er genoeg in het beeldmateriaal) die betekenis oproepen. De beelden spinnen de kijker in, in een netwerk van beelden die alleen op zichzelf betrekking hebben, waarbij de relatie met de wereld buiten dreigt te verdwijnen. De video is zichzelf genoeg net als de wereld van de media.

Dial H-I-S-T-O-R-Y vernauwt de context van zichzelf door elke keer dezelfde soort beelden te laten zien. De video had ook de contexthorizon heel breed kunnen maken door aan te geven dat er verbanden te leggen zijn naar de politiek-historische situatie. Ze zou kunnen tonen dat er andere perspectieven zijn. Maar dat doet ze niet. Ongetwijfeld met opzet. Daardoor werkt Dial H-I-S-T-O-R-Y zo emotioneel uit. De gekozen teksten benadrukken nog eens hetzelfde – catastrofes, terroristen, media. De muziek biedt wel een jolig tegenwicht dat echter des te cynischer uitvalt naarmate de beelden afschuwelijker zijn. Tekst en beeld geven geen openingen en perspectieven naar andere werelden, ze gaan uit van een mediamonoperspectief.

5 En dat is niet omdat het een compilatie van mediabeelden is, het is een gevolg van Grimonprez' omgang ermee

Dat neemt niet weg dat het materiaal en het verhaal op verschillende, zelfs tegenstrijdige manieren te ervaren zijn.

Zo zie ik het verhaal van hoe het vliegtuigkapen zich ontwikkelde van een romantisch onschuldig ‘tijdverdrijf' tot het plaatsen van bommenpakketjes. Ik zie het verhaal van de reactie van regeringen: van inwilligen van eisen, via inzetten van moordcommando's tot het uit de lucht schieten van een passagiersvliegtuig. Het hoe en waarom daarvan komen we niet te weten.

Wat Grimonprez lijkt te tonen zijn onschuldige, menselijke, aardige terroristen tegenover angstaanjagende regeringsleiders. Geweld op menselijke schaal, uitgevoerd door individuen, misschien angstaanjagend, (ik ben geneigd het bloedbad in Lod te vergeten...) tegenover het zomaar uit de lucht knallen van een Boeing door een anonieme straaljager. De terroristen uit de jaren zeventig komen over als individuen, ze zijn ook nu nog te herkennen als personen met menselijke gevoelens. De terrorist van begin jaren zeventig is een romantische held met een roeping. De verantwoordelijke regeringsleiders klinken als Saddam Hoessein of lachen zich een kriek om een domme mop: Clinton en Jeltsin, bekend van de TV.

Terwijl bijvoorbeeld Clinton en Jeltsin opgesloten lijken te zitten in de gevangenis van het mediasimulacrum, staan de terroristen van begin jaren zeventig daar nog buiten – of lijken er nog buiten te staan. Jeltsin en Clinton zijn wel levenloze marionetten en de onschuldig uitziende terroristen – oké, uit een vorig tijdperk – zijn aardige mensen die je op een feestje zou kunnen tegenkomen.

Toen ik Dial H-I-S-T-O-R-Y voor het eerst zag vatte ik het op als herschrijving van de geschiedenis van kapingen vanuit het perspectief van de terroristen, sympathie voor de terrorist. De terroristen waren eigenlijk niet gewelddadig en onmenselijk – kijk maar naar de goede afloop van de vroege kapingen –, maar de regeringen, die overgingen tot onmenselijk geweld, forceerden een escalatie van geweld – zie de contra-terrorisme-retoriek van Reagan. Ik identificeer me met de terroristen – uit fascinatie?

Wat fascineert in de terrorist is hun onwankelbaar geloof. Hun vastbeslotenheid en vastberadenheid. Een geloof dat zo sterk is dat ze ervoor willen sterven. Wat een verademing in tijden van hypocrisie. Wat een verademing in tijden waarin de enigen die nog voor hun geloof willen sterven rabiate nationalisten en extreme fundamentalisten zijn. De democraat van nu, in de Westerse Wereld, gelooft in de economie, in kosten- en batenanalyses, gelooft dat de economie wel alles regelt. Maar wiens geloof in de economie is zo sterk als het geloof van de terrorist?

Zo staat het ook in Mao II – en het wordt aangehaald in de video. Georg Haddad, de terrorist spreekt: Is history possible? Is anyone serious? Who do we take seriously? Only the lethal believer, the man who kills and dies for faith. Everything else is absorbed. (p. 157)

De figuur van de terrorist is een mogelijke vervulling van de droom om helemaal vrij te zijn, een onafhankelijk mens in plaats van een nietig onderdeel van een ongedifferentieerde massa. Verschaft de terrorist ons de mogelijkheid tot inlossing van het verlangen om zelf door te breken naar de geschiedenis?

De Wereld

Het gaat mij er niet om tot welk genre Dial H-I-S-T-O-R-Y behoort. Is het kunst, is het een documentaire, een pseudo-documentaire? Is het fictie of gewoon een kermis van samples, een uit de hand gelopen videoclip bij teksten van DeLillo? Hoort hij thuis in een museum, in een bioscoop een filmhuis of op TV? Het doet er niet zoveel toe. De vaststelling van het genre, en de plaatsing in een vertoningscontext, zijn niet de enige, noch de belangrijkste aanleidingen voor betekenisgeving, en ze veranderen weinig aan de ervaring van het kijken. Wat ik mij afvraag is welke betekenissen de film oproept, wat ze losmaakt, wat voor blik op de wereld en op de geschiedenis ons hier voorgeschoteld wordt. Onafhankelijk van het genre. De context die ertoe doet, dat is de context die de kijker construeert bij de video. De context is wat je weet over de RAF, de PFLP, over de Duitse Herfst, wat je weet van de theorieën over de macht of de onmacht van de media, wat je weet van het werk van DeLillo, wat je weet van historiografische theorieën. Kortom: kennis van de wereld.

Waarom zou je al dit soort betekenis moeten hechten aan een beeldcollage? Is het vanwege de aard van het beeldmateriaal – beelden van terroristen zijn altijd politiek geladen. Is het omdat Grimonprez in zijn andere werk juist het antropologische, historische in het middelpunt van de aandacht stelt? Of is het een gevolg van de context die je er als kijker bijhaalt, ingegeven door de eigen interesses en fascinaties, de eigen achtergrond, de eigen biografie.

Ik leg, al kijkend, meteen verbanden naar de paranoiaroman, naar postmoderne theorieën over media en geschiedenis. Een ander roept: Maar jongen, het is kunst, geen serieus opstel, hou eens op. Het is maar de vraag in hoeverre het geoorloofd is om deze betekenis toe te schrijven aan de video. Elke rerun van de video op mijn eigen TV deed me van gedachten veranderen. Tot ik geneigd was om te stellen dat de video zo vrijblijvend is in zijn suggesties dat het nauwelijks mogelijk is om te spreken van een betekenis van de video zelf. Het is mijn eigen associatiestroom, in werking gezet door een paar beelden die ik uit de video isoleer.

De cynische visie: ooit was vliegtuigkapen de favoriete tijdsbesteding van een stel verveelde terroristen, in diskrediet geraakt door een overmaat aan gewelddadigheid. Dial H-I-S-T-O-R-Y is een video over de rage van het vliegtuigkapen,vliegtuigkapen als hoola hoop-en, wat maakt het uit? Jij met je DeLillo, je speculaties, je theorie en je fascinaties, je hecht er veel te veel betekenis aan.

Misschien gaat Dial H-I-S-T-O-R-Y wel uitsluitend over de esthetiek van nieuwsbeelden, met het thema vliegtuigterrorisme als voorbeeld. Zonder dat daar conclusies aan verbonden worden. Enkel een leuk spelletje. Puur beeldgerelateerd, niks geen linken met de wereld buiten beeld. Maar kan dat wel? Is het wel mogelijk om er, als kijker, geen conclusies aan te verbinden?

De interpretatiedrang van de kijker, daaraan ontkomt de video niet. Alleen het zuiver sublieme, dat enkel fascineert, ontkomt daaraan. Maar waartoe leidt dat? Afstomping? Schouderophalen? Angst?

Grimonprez en DeLillo

De fragmenten uit het werk van DeLillo spelen een sturende rol in de video. Ze interpreteren de beelden, zij leggen de link naar postmoderne mediatheorie. Ze programmeren op een nogal platte manier de context. Maar er is wat aan de hand met Grimonprez' gebruik van DeLillo. Dat hij DeLillo kiest mag geen verwondering wekken. Geen schrijver heeft zo diep nagedacht over terreur en de overeenkomsten tussen de loner,– de man die in eenzaamheid werkt, de schrijver – en de terrorist, over geschiedenis en plots en catastrofes.

Grimonprez' ontleent teksten – die hij soms aanpast – aan twee romans: White Noise en Mao II. White Noise (1985) gaat over catastrofes, plots, simulacra, angst voor de dood. Het valt te lezen als een parodistische variant van overspannen postmodern paniekerig ideeëngoed. Mao II (1991) is een exposé over de verschillen en overeenkomsten tussen de romanschrijver en de terrorist en draait voor een groot deel om de tegenstelling tussen het woord (de roman) en het beeld (de massamedia).

Dial H-I-S-T-O-R-Y lijkt uit te gaan van de doodlopende idee dat alleen wat in de media komt echt gebeurt. Nothing happens until it's consumed en All plots tend to move deathwards. Dat is de DeLillo van de Koude Oorlog in White Noise. We engineer death each time we make a plot. De beelden die Grimonprez uitgezocht heeft sluiten naadloos aan bij die uitspraken.

Die uitspraken zijn uit hun context gelicht. Absoluut geen misdaad overigens. De citaten uit White Noise dreigen hun dubbeldikke ironie te verliezen. Wat in de roman functioneert als parodie wordt binnen de video letterlijk genomen. Dat kan natuurlijk. Dial H-I-S-T-O-R-Y lijkt ook het gelijk van George Haddad, de terrorist-intellectueel uit Mao II, te onderstrepen. Bij DeLillo zijn de terroristen wereldverbeteraars die zich verkocht hebben aan de macht van het Beeld. Dat zien zij, bij monde van George Haddad, als laatste kans om in een apocalyptische wereld waarin de media bepalen wat werkelijkheid is, nog invloed te hebben op het denken van de mensheid. Op wat ooit het terrein van de schrijver was, is nu de terrorist de eenzame strijder. DeLillo toont in Mao II juist de beperkingen van die visie en probeert het terrein van de schrijver opnieuw af te bakenen. In White Noise en Mao II laat hij personages zien die opgesloten zitten in de val van het simulacrum en het is de visie van díe personages die Grimonprez als uitgangspunt neemt.

6 Opvallend genoeg ontbreken teksten uit Libra, het boek dat DeLillo schreef tussen White Noise en Mao II. Juist in Libra zet DeLillo zijn theorie over geschiedenis uiteen. Het is zijn roman over Lee Harvey Oswald, een man die een afspraak met de geschiedenis maakt. Hij wil uitbreken uit de kamer van zijn eenzaamheid naar de buitenwereld. Hij wil door de sluier van het simulacrum heen breken. Dat kan door een kogel af te vuren, bijvoorbeeld op de president: zijn telefoontje met de geschiedenis. Daarna wordt hij onderdeel van de geschiedenis. Hij valt uiteen in honderden verschillende versies – alle even fictief – van wat er in de zeven seconden, die op film bewaard zijn gebleven, werkelijk gebeurd is. Hij wordt onderdeel van een groot almaar uitdijend verhaal, waarin het mysterie nooit opgelost zal worden en waarin een plot en paranoia leiden tot moord op de geschiedenis.

What it should be, if I were you

In Underworld, DeLillo's nieuwste boek, krijgen deze thema's een nieuwe, deels hoopvollere, invulling. De allesomvattende paranoia en de globale systemen hebben plaats gemaakt voor een nadruk op netwerken tussen mensen. De angst voor massa's heeft plaatsgemaakt voor het verlangen naar gemeenschappen en de benadrukking van het belang daarvan. In plaats van de Koude Oorlog en de dreiging van een ultieme catastrofe is er het probleem van het nucleaire afval en de vervuiling. In plaats van plotten en angst voor de dood is er de benadrukking van naastenliefde – al vinden er nog steeds moorden plaats. In plaats van alleen het sublieme beeld dat zich onttrekt aan het begrip, zijn er individuen die zich beelden toe-eigenen. En niet alleen de terreur is lokaal geworden, de geschiedenis is ook lokaal. Daardoorheen loopt nog steeds een loner, maar die vlucht niet weg van alles. Hij is niet meer bezig met een eenzame queeste, een plot, een reis naar het westen die zal eindigen met een ontmoeting met de dood. Al is hij een in zichzelf gekeerde man met, net als ieder ander, de last van zijn eigen geschiedenis op zijn schouders. Er is geen plot meer, er zijn nog wel verhalen, vele verhalen die elkaar kruisen en die ditmaal zo opgediend worden dat de lezer niet in de neiging vervalt een plot te smeden. In Underworld wordt de fascinatie van het mediaperspectief doorbroken. Underworld vertelt wat je, naïef, de 'echte' geschiedenis zou kunnen noemen, de onderwereld. Het focust op de levens van mensen in plaats van op paranoia, systemen, de verblinding door de media, technologie en politiek. Ook al valt dat leven niet mee, het is in ieder geval menselijker. De gedachten van Nick Shay, de loner, – na een bezoek aan de kunstenares Klara Sax, die in de woestijn een oude B'52 beschildert – zijn wat dat betreft tekenend, al zijn ze net zo plat als de uitspraken die Grimonprez kiest: I lived responsible in the real. I didn't accept this business of life as a fiction, or whatever Klara Sax had meant when she said that things had become unreal. (p. 82)

Ik zou willen dat Dial H-I-S-T-O-R-Y voorbij het spektakel van de media kijkt, voorbij de verstarrende greep van het simulacrum, dat ze de geschiedenis, die er altijd was, opnieuw toont.

Dial H-I-S-T-O-R-Y is makkelijk uit te schakelen: zet haar in een postmodern vacuüm. De video gaat alleen over hoe terroristen in het nieuws komen, hoe de media beelden van de terroristen genereren. Ja, ja het klopt, maar dat liedje kenden we al. Het wordt hier weliswaar zeer goed uitgevoerd, uitgekauwd is het toch. Dial H-I-S-T-O-R-Y als apocalyptische video over hoe de catastrofes onze huiskamer zijn binnengedrongen. De kijker die Dial H-I-S-T-O-R-Y zo interpreteert lijdt aan catatonie, is verstard in de vrolijkheid om het naderen van het einde der tijden.

Grimonprez blijft, zo gezien, vastzitten in een visie op televisie, media en de geschiedenis die passé is. Passé omdat ze te goed past op de hedendaagse situatie, daarmee de status quo bevestigt en ons opsluit in een doodlopende steeg, zonder uitzicht op ontsnapping. Goede kunst toont een vluchtweg. Grimonprez toont een stortvloed aan beelden die eerder in claustrofobie resulteert. Hij eigent zich geen beelden toe om er een andere betekenis mee naar boven te brengen, hij gaat er te weinig mee aan de haal. Grimonprez' compilatie is hilarisch en op een cynische manier lachwekkend, maar ook benauwend. Dial H-I-S-T-O-R-Y toont de triomf van de hyperrealiteit die geen geschiedenis toelaat. Ja: het klopt allemaal. Het klopt als een bus. Het is ongetwijfeld waar binnen het verhaaltje over media in postmoderne tijden. Maar wat moet ik ermee. Oud nieuws.

Waarom is de video een hit? Omdat het een lekkere beeldenstroom is. Omdat het op een ironische en cynische manier met een bulderende lach onderstreept wat we allang weten. We worden niet verward, niet op het verkeerde been gezet. De media hebben macht, het nieuws heeft de geschiedenis overgenomen en in de jaren zeventig had je nog onschuldige vrijheidsstrijders. We lachen er om. Het is een cynische lach om een cynische geschiedenis. Maar wie zo lacht zit opgesloten in het idee dat er geen buiten bestaat, die blijft hangen in een catatonische roes (toch?). Het bekende liedje. Alles is constructie, alles is constructie – en nou allemaal samen…

Ik wil dat niet. Dit is geen boodschap die ik relevant vind. Het is een doodlopende steeg, een te vaak gehoorde slogan. Ik wil een ander verhaal horen, een verhaal dat meer duidelijk maakt over hoe onze wereld in elkaar zit.

Bibliografie / Videografie
Herman de Coninck, Intimiteit onder de Melkweg, Arbeiderspers, Amsterdam, 1994.
Don DeLillo, White Noise, Picador, London, 1985.
Don DeLillo, Libra: Lester, Orpen, Dennys, Toronto, 1988.
Don DeLillo, Mao II, Viking Penguin, 1991.
Don DeLillo, Underworld, Scribner, New York, 1997.
Jeroen Olyslaegers, 'Let me take you higher jack!', in Dietsche Warande en Belfort, October 1997 p. 567-574.
Tom Paulus, 'Bezet, de terrorist als legitimatie van de wereldgeschiedenis: Dial H-I-S-T-O-R-Y van Johan Grimonprez', in: Andere Sinema 141 Sept-Oct 1997, p. 56-60.
D van Bastelaere, 'Zapruderstress', in Dietsche Warande en Belfort'', October 1997, p. 547-565

 

This text was published in Mediamatic Magazine 9.2, 1998, and on the website of V2_ in a special design by Zsa Zsa Linneman which has not been archived. If I remember correctly the text was displayed in the left frame of the browser, triggering links and images found on the World Wide Web in the right frame as you scrolled on. The text is also archived at Mediamatic: www.mediamatic.net/nl/page/12843/hello-history-hello-1

some rights reserved
Arie Altena
index