Arie Altena
index

Wie blogt bestaat
Lezen en schrijven in tijden van nieuwe media

ARIE ALTENA


0.
In juni 2005 waren er naar schatting elf miljoen mensen met een weblog. [1] Afgezien van de vraag of al die elf miljoen hun blog -- een veelgebruikte afkorting voor weblog -- daadwerkelijk bijhouden (naar schatting iets meer dan de helft), en afgezien van de vraag over wat voor soort blogs het in zulke schattingen gaat, is de opkomst ervan een van de meest fascinerende gebeurtenissen op het internet. Ik beschouw het zelfs als een van de meest fascinerende gebeurtenissen in de wereld van het publiceren en schrijven Ÿberhaupt. Met blogs zien we de opkomst van een genre (preciezer, een vorm van publiceren en een vorm van schrijven) vanuit specifieke kenmerken van een medium, namelijk internet en World Wide Web, met hun mogelijkheid tot onmiddellijk publiceren en het gebruik van hyperlinks. We zien bovendien een afstemming tussen die kenmerken en de behoeftes van de gebruikers van het medium.

1.
Het is geen wonder dat er de afgelopen jaren een warme interesse bestaat voor de geschiedenis van het publiceren, van het boek, van het lezen, en voor 'mediarevoluties'. [2] Die interesse is mede te verklaren als een poging tot duiding van wat er zich de afgelopen jaren heeft afgespeeld rond de koppeling van computers en communicatienetwerken, en de constituering van de computer als database en schrijfinstrument. Men tracht greep te krijgen op de transformatie van het lezen en schrijven zoals die nu gestalte krijgt. Is het anno 2005 nog nodig de situatie te schetsen? Lezen en schrijven vinden online plaats. Kennis wordt met digitale middelen verwerkt en overgedragen. Wie onderzoek doet, brengt een groot deel van de tijd achter de laptop met internetconnectie door. Wie tijd neemt om theorie te lezen (laten we zeggen het nieuwe boek van Bruno Latour of Giorgio Agamben), zal regelmatig het internet raadplegen bij de pogingen zich tot de theorie te verhouden. Het lezen van een boek is ingebed in een activiteit van informatie zoeken, commentaar lezen, reageren, browsen. De activiteit van het lezen vindt als het ware ook online plaats: je spiegelt jouw interpretaties aan die van anderen, je vertelt over jouw interpretatie van, of worsteling met de tekst nog voor je het boek uit hebt, je levert commentaar, je reageert op wat anderen schrijven of vragen.

Wie beweert dat we de afgelopen tien jaar midden in een van de grootste transformaties op mediagebied hebben geleefd, alleen vergelijkbaar met de introductie van de drukpers, die trapt dus een wijd openstaande deur in. Toch is het goed het zo nu en dan opnieuw tot je te laten doordringen: dit is een spannende tijd, nu worden nieuwe vormen van lezen en schrijven gecreëerd. Dat gebeurt niet als een donderslag bij heldere hemel, niet ondersteund door avantgardistische manifesten, het gebeurt geleidelijk, bijna onmerkbaar, en ja, tamelijk massaal. De transformatie van het lezen en schrijven vindt plaats van onderop: toen waren er elf miljoen weblogs.

2.
Zelf ben ik in 2001 begonnen te bloggen. [3] Ik kan me geen doorslaggevende reden herinneren voor die beslissing. Ik was benieuwd. Benieuwd of ik door dagelijks een stukje te tikken een andere manier van schrijven zou kunnen ontwikkelen; benieuwd of ik gemakkelijker zou gaan schrijven. Ik was benieuwd of ik meer structuur zou kunnen aanbrengen in mijn leesgedrag en theoretische interesses (die altijd in te veel richtingen uitwaaierden). Ik hoopte door een blog bij te houden, grip te krijgen op wat er allemaal op een dag achter de laptop met internetconnectie voorbijkomt. Met andere woorden, ik hoopte structuur te geven aan het browsen. Ik geloof niet dat ik de illusie had dat ik een soort archief zou kunnen opbouwen van de interessante sites en teksten die je tegenkomt op onderzoekstochten op het internet; ik hoopte wel dat er ankerpunten zouden ontstaan. Bloggen is iets noteren om het te onthouden (in tegenstelling tot schrijven om er vanaf te zijn).

Ik was goed de hoogte van de theorievorming rond online publiceren en elektronisch schrijven, schreef wel eens over nieuwe media en kunst, en gaf les in schrijven voor het web. Ik gebruikte blogs in mijn lessen als een voorbeeld van een webspecifieke manier van publiceren en schrijven, en ik wilde weten hoe dat in praktijk werkt. Evengoed wilde ik de stukjes schrijven die altijd ongeschreven blijven, omdat zich nooit een gelegenheid voordoet: de opmerkingen over een net gelezen roman, over een bezochte lezing, een concert, een theorie waardoor je tijdelijk geboeid bent of zelfs de laatste wielrenwedstrijd en dingen uit de persoonlijke levenssfeer. Kortom al die dingen die meewegen in serieuze publicaties, maar die daarin nooit aan de orde komen omdat ze net buiten het thema of buiten het afgesproken aantal woorden vallen. Het zijn onderwerpen waarvan je kunt zeggen: schrijf er een email over naar vrienden, 'dump' ze in een forum, noteer ze in je aantekenschrift. Email echter was in die tijd veranderd van geschreven conversatie in een medium voor doelgericht communiceren. Ik heb nooit van forums gehouden, het is een manier van discussiëren die mij niet ligt -- een kwestie van persoonlijkheid. En wat aantekenschriften betreft: een aantekening is niet genoeg, het gaat erom dat de opmerking, ingeving of gedachte wordt omgezet in afgeronde zinnen. Wie blogt weet dat een ander het kan lezen, dat dwingt tot (iets meer) precisie en reflectie. Bloggen is dan ook een instrument van beheersing. Al met al kun je zeggen dat ik begon te bloggen vanuit de 'lol om te schrijven' en daarin liggen bovenstaande aspecten in zekere zin besloten. Zo werd ik een van die inmiddels meer dan elf miljoen.

3.
Als computer en netwerkcommunicatie worden gekoppeld en tot dominant medium uitgroeien, wat dan? McLuhan claimde ooit, in aforistische stijl en met meer dan een hint van technodeterminisme, dat de uitvinding van de drukpers leidde tot een typographical man, en hij zag in de twintigste eeuw onder invloed van de nieuwe media (telefoon, radio, televisie) een nieuw soort mens en een nieuwe maatschappij ontstaan. Ontstaat er een 'internetman'? Walter Ong traceerde in het onovertroffen Orality and Literacy de verschillen tussen een orale, schriftloze cultuur en een geletterde cultuur. In dat boek vinden we ook het idee dat nieuwe media in de twintigste eeuw tenderen naar een secundaire oraliteit, die functioneert op de technische basis van het schrift (een notie die hij niet uitwerkt). [4] Inmiddels stelt de mediatheorie, dat computers en internet om een 'medialiteracy' vragen die zich onderscheidt van de geletterdheid van de drukwerkcultuur. De kast met onderzoeken over de effecten van het internet, het Web, mobiele telefonie enz. is inmiddels flink gevuld.

In de tijd van de televisie, het entertainmentmedium van de babyboomgeneratie, bleef het boek niet alleen het symbool bij uitstek van kennis, maar ook het dominante medium voor de verspreiding van serieuze kennis. In de tijd van internet, het communicatiemiddel van een generatie later, verliest het boek dat aura. Het internet is juist ook een infrastructuur voor de verspreiding van serieuze kennis temidden van alle rotzooi en mindless pleasures. Het internet knoopt de laptop waarop kennis wordt geproduceerd (of toch minstens opgeschreven) meteen aan de databases voor de verspreiding daarvan.

Tien ˆ vijftien jaar geleden werd de discussie nog apocalyptisch gevoerd in het kader van het verdwijnen van het boek (waarbij men dacht aan de 'codex': een stapel papier met een kaft), of, juichend, in het kader van de opkomst van een - de lezer bevrijdende - interactieve hypertekst. Inmiddels is de toekomst van toen realiteit en vinden lezers en schrijvers (in de zin van iedereen die schrijft) zich terug achter schermpjes en toetsenbordjes met immer toegang tot teksten, je netwerk en de mogelijkheid tot onmiddellijk publiceren. [5] Het is niet eens de vraag of dat een te prefereren situatie is, het is de realiteit. De vraag is hoe we ermee omgaan, hoe wij ons aanpassen en hoe we de situatie vormgeven naar onze eigen inzichten. De wereld van de weblogs biedt een mogelijk antwoord.

4.
Een weblog of blog is, volgens de definitie van literatuurwetenschapster Jill Walker een "frequently updated website consisting of dated entries arranged in reverse chronological order so the most recent post appears first (see temporal ordering). Typically, weblogs are published by individuals and their style is personal and informal." [6] Weblogs verschijnen op het internet vanaf midden jaren negentig. Het zijn meestal ofwel dagelijks 'geposte' links met een kort commentaar (linklogs) ofwel min of meer persoonlijke dagboeken (lifelogs). De eerste die hiervoor de term weblog gebruikt is de Amerikaan John Barger, die als een van de eersten continu verslag doet van het eigen websurfgedrag. [7] Zo ontstaat een vorm van online publiceren waarin persoonlijke notities, kritische beschouwingen, enthousiaste kreten, overwegingen en commentaren gemengd worden met verwijzingen naar interessante inhoud op het web. Die vorm van schrijven en linken zal het genre van de serieuze weblog bepalen. In Nederland begint kunstenaar en theoreticus Jouke Kleerebezem in maart 1998 op het internet met zo'n vorm van wat hij `personal publishing' zal gaan noemen, waarin ook diepgaand wordt gereflecteerd op wat deze vorm van publiceren betekent. [8]

Gebruikersvriendelijke content management systemen, vaak webgebaseerd en met gratis hosting, zorgen er hierna voor dat steeds meer internetgebruikers een blog opzetten. Het is immers een eenvoudige en zeer goedkope manier om je eigen inhoud te publiceren en jezelf te presenteren. [9] Met name het Amerikaanse programma Blogger, ontwikkeld door Pyra Labs en in 2003 overgenomen door Google, heeft voor die boom gezorgd. Deze blogsoftware zorgt ervoor dat de weblog als genre herkenbaar wordt en legt er de kenmerken van vast. Dit gaat zelfs zo ver dat een blog nu quasi wordt gedefinieerd als een website die met blogsoftware wordt bijgehouden. Kwesties waarmee elke blogger wordt geconfronteerd, zoals het aanmaken van archieven, het categoriseren van de berichten (entries) en de keuze van het grafisch ontwerp, worden in de software ondervangen. De software regelt het automatisch aanmaken van archieven, geeft elk bericht een permanent adres, vermeldt datum, tijd en de auteur, enz. Daaromheen ontstaat ook een softwarelaag van blog-gerelateerde kenmerken die men naar keuze kan gebruiken, zoals: commentaar van bezoekers toevoegen; het weergeven van referrers (lijst van waar de bezoekers vandaan komen); automatisch aanmaken van links naar andere blogs (blogrolling) enz.

Deze kenmerken zitten ingebakken in de software, maar ze zijn ontwikkeld vanuit een behoefte van gebruikers. [10] De opkomst van de blog moet niet worden geduid als een puur technisch geconstitueerd fenomeen. De blog kon uitgroeien tot een bloeiend genre dankzij de komst van specifieke software, met technische mogelijkheden die de blog als genre definiëren, maar de daaruit voortvloeiende kenmerken van de blog zijn feitelijk ontstaan vanuit het publiceren. De techniek legt de basis voor de nieuwe vormen van schrijven en lezen, maar de verklaring ervoor ligt meer in het gebruik van de techniek door mensen en in de behoeftes van gebruikers. De blog is een specifiek aan het World Wide Web gerelateerde manier van publiceren, een die het linken en schrijven van korte commentaren verbindt. Het is echter vooral een vorm van publiceren die past bij de omgang van gebruikers met het web, gerelateerd is aan dagelijks gebruikte technologie, en voortvloeit uit een menselijke reactie daarop. [11]

5.
Zoals de zoekmachine Google binnen twee jaar het woord 'googlen' tot werkwoord voor een specifieke manier van zoeken muntte, zo wordt 'bloggen' binnen mum van tijd een werkwoord voor een manier van publiceren. Een meer filosofische benadering van de weblogs benadrukt dat het bij bloggen meer om de activiteit gaat, dan om het object dat door die activiteit tot stand komt. Men zou zelfs kunnen stellen dat op het moment waarop het zelfstandig naamwoord (de weblog, het object) de overhand krijgt op het werkwoord (bloggen), de blog haar karakter als blog verliest en een publicatie wordt. Een blog bijhouden en ontwikkelen is vooral een proces, waar een publicatie (tijdschrift, zine) vooral een afgerond object wil zijn. Een blog is continu onderhevig aan verandering (hoeveel hangt af van degenen die de blog bijhouden), en verandert met de blogger. Een tijdschrift is een bevroren moment in de tijd.

Dit is een kwestie van gradatie, niet van essenties. Het gaat om de ervaring van de tijd. Aan een boek wordt een jaar, of jaren, gewerkt. Aan een artikel dagen, weken of maanden. Een publicatie zet een punt. Bij de blog is er uiteindelijk alleen de blog, met de in de tijd langer wordende lijst berichten. Een blog heeft het karakter van een opeenvolging van invallen, overwegingen, voorlopige gedachten. Het krijgt, net als het leven zelf, langzaam vorm. De blog is een plek om iets uit te proberen. De teksten op een blog hebben een voorlopig karakter. Een eerste gedachte, nog te onuitgewerkt voor een essay, vindt hier een plek, evenals de overweging die nooit een plek zal krijgen in een artikel, maar toch het denken stuurt.

Ik denk dat deze vorm van schrijven een directe reactie is op het onlinezijn, op het feit dat het internet de werkomgeving is geworden. Het is bij uitstek een manier om het online zijn te transformeren tot een betekenisvolle ervaring, in plaats van gevloerd te worden door een gevoel de tijd te verdoen met heen en weer klikken, onder te gaan in de stroom van data, je grip te verliezen. (Denk aan het lege gevoel van een avondje surfen of een avond televisiekijken.) Meedoen, vormgeven aan je ervaring van het browsen door te reageren, te schrijven, zelf actief onderdeel te worden van de stroom data. Dat is de paradox van het bloggen: de dataoverdaad wordt betekenis gegeven door zelf bij te dragen aan de dataoverdaad.

6.
Voor wie wordt de blog geschreven? Enigszins polemisch kun je stellen dat de blogwereld tendeert naar een punt waar elke blog precies een lezer heeft, de schrijver zelf. Blogs hebben geen publiek en worden niet voor een publiek geschreven. Het gaat niet om aantallen bezoekers, aantallen hits. Wie lange tijd blogt houdt dat alleen vol uit liefde voor het bloggen, niet om het bereiken van een publiek. Bloggers die het lang volhouden zijn mensen die graag schrijven (of beeld publiceren). Deze redenering is ook een antwoord voor degene die zich afvragen waarom je blogs zou lezen (het zijn er zoveel, ze zijn te persoonlijk, te specifiek, te slecht geredigeerd, niet op een lezer gericht). Blogs lezen krijgt pas zin als je zelf blogt. De dagelijkse realiteit mag minder radicaal zijn dan deze analyse, ik denk dat ze wel de kern raakt. Natuurlijk verzamelt een goed geschreven blog in de loop van de tijd een schare trouwe lezers mijn eigen blog krijgt een stuk of 250 hits per dag, ik vermoed dat ik een stuk of dertig trouwe lezers heb. Wie blogt, leest zelf, in een wekelijks ritme, een stuk of vijf tot tien blogs, met wat uitstapjes via links. In de regel zijn dat blogs van vrienden of kennissen, of mensen die zich in een gebied bewegen dat op dat moment de interesse heeft. Maar uiteindelijk wordt de blog geschreven om het bloggen. De rest is een geschenk.

7.
In zijn boek Weaving the Web schrijft Tim BernersLee, een van de grondleggers van het World Wide Web, naar aanleiding van het idee van een 'web' van informatie en links, dat "this all works only if each person makes links as he or she browses, so writing, link creation and browsing must be totally integrated." Ik vind dat, net als Jouke Kleerebezem, een intrigerend citaat dat de kern van de zaak raakt. [12] Het duidt op een soms vergeten, fundamenteel aspect van het World Wide Web, en van de paradigmawisseling die we meemaken. Het Web is geen door anderen (liefst anderen met autoriteit) opgezet informatienetwerk, waarbij de autoriteit van de makers en hun organisatie de kwaliteit van de geboden informatie garandeert. Iedereen die het Web gebruikt, is zelf maker van het Web. Daar moeten we het mee doen. De vraag is: hoe werk je als het web je informatiebron en publicatieruimte is? Hoe vind je een weg door de overdaad aan data, hoe maak je er informatie van, hoe zet je het surfgedrag om in kennis? Hoe navigeer je? Hoe geef je betekenis, hoe maak je er een zinvolle ervaring van?

Een droog antwoord: concentratie en goed lezen zijn een eerste vereiste om het `informatie'werk tot een zinvolle ervaring te maken. Belangrijk zijn zoekstrategieën en browse-vaardigheden. Een vanzelfsprekend vermogen tot bronnenkritiek is onmisbaar. De vraag van de hermeneutiek blijft onverkort van belang: wat betekent deze tekst en hoe pas ik deze betekenis toe? Maar deze vraag is niet alleen te beantwoorden met: 'Concentreer je op de tekst, lees goed.' Temidden van de datarijkdom is de kwestie al gauw niet alleen `wat betekent dit stukje tekst' maar: hoe verbind ik al deze data zodanig met elkaar dat er zinvolle kennis ontstaat? Het antwoord daarop is niet: vind de juiste informatiebron. (Welke zou dat moeten zijn?) Het antwoord is: creëer kritisch een pad door de beschikbare data en construeer aldus kennis. Dat betekent: browsen, links maken en schrijven. Zoeken, lezen, verbinden, interpreteren. Dus: het werkt alleen als browsen (zoeken en rondstruinen), schrijven en het maken van links worden geïntegreerd. Bijvoorbeeld door bloggen. Juist het bloggen, in feite een tamelijk eenvoudige manier van online publiceren (je linkt en je schrijft wat), verschijnt zo als een mogelijke inlossing van de belofte van het World Wide Web.

8.
Het is opvallend dat met name de afgelopen twee jaar steeds meer academici en schrijvers zijn begonnen met bloggen. Zij hebben het over hun onderzoek, brengen verslag uit over hun andere interesses, hun dagelijks leven, het zojuist gelezen boek en de wandelingen over het internet als onderdeel van hun professionele bestaan als onderzoeker of schrijver. Een goed voorbeeld is Jill Walker, een vooraanstaand onderzoeksters op het gebied van elektronische literatuur. [13] Een andere is Jodi Dean, die veel korter geleden is begonnen te bloggen over haar bestaan als politicologe en haar onderzoek. [14] De lijst kan eindeloos worden aangevuld.

Je zou hen, bij gebrek aan een betere term, serious bloggers kunnen noemen. In de regel -- maar niet altijd -- zijn dat schrijvers, theoretici, kunstenaars en onderzoekers die ook elders publiceren. Ze nemen deel aan een debat, aan het vormen van kennis en de reflectie daarop. De vraag naar de samenhang tussen browsen, lezen, kennisverwerken en schrijven is voor hen continu aan de orde. Praktisch gezien gaat het voor de serious bloggers ook over een transformatie van hun werk. Anno 1980 waren de tools of the trade schriftjes, opschrijfboekjes, fiches, een typemachine. Dagelijks publiceren was enkel weggelegd voor de journalisten. Discussies vonden plaats per brief, in de wandelgangen, op congressen. Die tools of the trade zijn niet verdwenen: aantekenboekjes kunnen nog steeds handig zijn maar ze zullen langzaam verdwijnen met het voortschrijden van de techniek. De digitale tools of the trade zijn belangrijker geworden, in sommige gevallen de enige die gebruikt worden. Wie nu een congres bezoekt ziet een deel van het publiek tikken op de laptop en als het bloggers zijn uploaden ze live hun verslag. [15] Deze bloggers reflecteren op de wijze waarop het bloggen hun onderzoek, hun kennisverwerving en kennisverwerking beïnvloedt, en bij hen zien we de contouren verschijnen van een (deels gerealiseerde) toekomst van het schrijven en de kennisontwikkeling. [16]

9.
Waarin onderscheidt zich een goede weblog? Door de kwaliteit van het geschrevene, een goede stijl, een herkenbare stem; doordat in de keuze van onderwerpen en links een persoonlijke voorkeur of een karakter verschijnt. Je zou dat redactionele consistentie kunnen noemen, met dien verstande dat deze in vele richtingen kan uitwaaieren. Waarbij mijns inziens ook geldt dat beheersing een beter recept is voor kwaliteit dan alles online 'smijten'. Met andere woorden: een goede blog is goed geschreven, herkenbaar en heeft interessante links.

Wie blogs regelmatig leest, doet dat om de ontwikkeling van een interessegebied en een persoon te volgen. De aantrekkelijkheid ligt in de verknoping van interesses (hetzij professionele, hetzij liefhebberijen) en de persoonlijke levenssfeer. Een vaak gehoorde kritiek op blogs is: waarom zou ik willen weten hoe deze wetenschapper haar zwangerschap beleeft, waarom moet ik zien dat ze heiligenbeeldjes fotografeert, waarom moet ik lezen over de problemen bij het leiden van een vakgroep, waarom moet ik lezen over de bezochte voetbalwedstrijd van Ajax, ja, waarom, terwijl ik alleen interesse heb in de ontwikkeling van elektronische literatuur, politieke filosofie en het web, of de theorievorming rond DJcultuur? Dit is echter precies waar het om gaat: wie diep in die onderwerpen zit, wil ook weten hoe de interesse daarvan ligt ingebed in de andere levenssferen. Het werkt als herkenning, maar ik denk dat het meer is. Het gaat ook om het realiseren van de gesitueerdheid van die (professionele) kennis (in de dubbele zin van het 'zich' realiseren 'dat het zo is', en van het 'realiseren', namelijk 'in praktijk brengen'). Dat zulks niet voor alle lezers interessant is, spreekt voor zich.

Links verbinden blogs onderling en met de rest van het web. Links verraden de plaats van een blog in een netwerk van gelijken, de positie, de gesitueerdheid van de blog. Deze links zijn voor lezers onmisbaar. Het gaat zowel om links naar bevriende sites ('met de hand' bijgehouden, dan wel geautomatiseerd door blogrollingsoftware), als om verwijzingen in de tekst. Door deze links ontstaan tijdelijke en semipermanente netwerken. In praktijk bestaat de blogosphere (het geheel van alle blogs) uit allerlei kleine netwerkjes van blogs die naar elkaar verwijzen. Deze bloggers lezen elkaar en hun netwerk draait om overeenkomstige interesses. Vaak schrijven zij over dezelfde dingen, reageren onderling op elkaar, halen elkaar aan, leveren commentaar. Zo'n netwerk verandert continu, maar er zijn vrijwel altijd een aantal centrale nodes -- sites waar vrijwel alle andere aan refereren -- en ergens stuit je op een grens. (Je kunt niet de hele blogosphere ontdekken vanuit een enkel startpunt). Maar dit zijn kwesties voor netwerktheoretici.

Wie blogs leest, zal in praktijk regelmatig heen en weer klikken tussen blogs die deel uitmaken van hetzelfde netwerk (preciezer: door heen en weer te klikken en misschien te reageren m‡‡k je het netwerk). Je volgt niet alleen de ontwikkeling van die ene blogger, je volgt ook door de dagen heen de ontwikkeling van een thema door een aantal blogs, bijvoorbeeld de interpretatie van een gebeurtenis. Je kunt vanuit het perspectief van zo'n onderwerp zeggen dat er sprake is van een gedistribueerd narratief: een verhaal verspreid door de tijd en over verschillende plekken, met verschillende personen als auteur, waarbij waarschijnlijk geen twee lezers exact dezelfde lijn volgen. [17] Omdat het narratief gedistribueerd is, kan ook duidelijk worden hoe het onderwerp in kwestie is gesitueerd, wat de contexten zijn. Zo kan duidelijk worden hoe een kwestie (of ze nu van belang is of niet) ligt ingebed.

10.
Het lijkt wellicht of de tijdsdimensie in de wereld van het bloggen verschrompelt vanwege het regime van onmiddellijkheid dat er heerst. De tijd tussen verwerking en reactie, tussen lezen, interpreteren en (terug)schrijven lijkt naar nul te tenderen. Het lijkt dan alsof er geen ruimte is voor overweging, kritische reflectie, afstand. Tijdens het lezen wordt meteen al geschreven. Het schrijven en kennisverwerken vormen een loop, waar je niet uitkomt noch afstand van kunt nemen. Het klopt dat je als blogger en als lezer van blogs continu middenin een proces van kennisverwerking zit, waarin reflectie en productie gelijk op gaan. De vraag is in welke mate dat werkelijk verschil maakt voor de ontwikkeling van kennis, wanneer we de vergelijking maken met de wetenschapper of filosoof van weleer die dagelijks brieven schreef. De mate van kritische reflectie wordt niet gemeten in verstreken tijd tussen lezen en terugschrijven, maar is afhankelijk van de instelling en beheersing van de blogger. Juist bloggen is een manier om (jezelf) tot reflectie te dwingen. [18] Het is een manier om het browsen te vertragen, door zelf te produceren. Het online-zijn met zijn dwang tot continue aanwezigheid en onmiddellijk reageren, wordt beheersing opgelegd. De tijd verschrompelt niet, ze wordt gestructureerd.

0.
Bloggen om de tijd te structureren, als manier om vorm te geven aan de online 'dataverwerkingsarbeid' (om het eens lelijk te zeggen), waarin lezen en schrijven gelijkopgaan. Bloggen laat een wereld verschijnen waarin iedereen schrijft, en de notie van een algemeen publiek verdwijnt. Bloggen impliceert, voor de serious bloggers, een transformatie van werkmethodes. Bloggen kan, met enige goede wil, worden beschouwd als de inlossing van de belofte van het World Wide Web. Bloggen is een manier om betekenis te geven aan de dataoverdaad, paradoxaal door er zelf aan bij te dragen. De zin ervan verschijnt alleen als je zelf meedoet.

NOTEN
[1] Cijfers van onder andere Technorati: http://www.technorati.com/ en http://www.pubsub.com/. Het aantal stijgt nog altijd.

[2] Begin jaren negentig riepen academische studies de computer uit tot drager van een nieuwe manier van schrijven; nu lijkt er meer aandacht te zijn voor de studies waarin de geschiedenis van het lezen of het publiceren wordt getraceerd, van orale cultuur, naar geletterde cultuur, naar de wereld van de computer. Een recent voorbeeld voor het Nederlandse taalgebied is Geert Lernouts Een beknopte geschiedenis van het boek, waarin Lernout de betekenis van het woord 'boek' oprekt, van een technische manier van bundeling van tekst (een 'codex') naar een verzameling van teksten. 'Boeken' bestaan daarmee ook in de digitale wereld.

[3] http://ariealt.net.

[4] Ik noem hier expres zowel McLuhan als Ong, beiden schreven hun boeken ver voor de opkomst van het internet. Door je hun theorieën over culturele transformaties in gedachten te nemen, creeër je afstand tot de huidige ontwikkelingen, en verzand je niet in een verheerlijken of afkeuren van het nieuwe, om wat voor geldige of ongeldige reden dan ook.

[5] Tenminste, tenzij academische publicaties achter wachtwoorden zitten. Een situatie die helaas te vaak voorkomt. Maar ik zal hier niet spreken over de, niet geringe, economische complicaties die samenhangen met de transformatie van het 'kennisbedrijf'.

[6] http://jilltxt.net//archives/blog_theorising/final_version_of_weblog_definition.html, definitie voor de Routledge Encyclopedia of Narrative Theory, 2005.

[7] Barger gebruikt de term voor het eerst in 1997, op http://www.robotwisdom.com. Zie ook http://en.wikipedia.org/wiki/Weblog.

[8] Zie http://www.nqpaofu.com, oftwel: notes quotes provocations and other fair use. Veel van mijn inzichten en gedachtes zijn ontleend aan, of ontstaan in reactie op postings van Jouke Kleerebezem. Vanwege de inflatie van de term 'blog' prefereert Kleerbezem de term personal publishing.

[9] Naast Blogger, http://www.blogger.com moeten ook de softwarepakketten als Moveable Type en Wordpress worden genoemd.

[10] Er zijn honderden zo niet duizenden smaken van blogsoftware te vinden, de meeste bestaan uit phpscripts, en wie kan programmeren bouwt zonder veel moeite zijn eigen blogsoftwarepakket. Dat gebeurt ook en de bestaande blogsoftware wordt continu verder ontwikkeld.

[11] Inmiddels zijn blogs inhoudelijk even veelvormig als alle communicatie op de aardbol. Dat de meeste hits gaan naar de zogenaamde shocklogs als GeenStijl (http://geenstijl.com), zegt meer over de laag-gerichte nieuwsgierigheid van de mensheid, dan over de potentie van het bloggen. In blogs vind je rotzooi evengoed als diepgaande analyses van het werk van Kant. In de mainstream media is de meeste aandacht uitgegaan naar de vraag of blogs een nieuwe vorm van journalistiek zijn, en zo ja, of daar een bedreiging van uit gaat voor de klassieke verslaggeving. Het gevolg is geweest dat journalisten blogs gingen bijhouden op de eigen krantensite. Blogs worden gebruikt in mediastrategieën (vooral zichtbaar als bekende personen, bijvoorbeeld ministers, een blog opstarten). Blogs worden, net als elke hoekje van het internet ge- en misbruikt door de pornoindustrie. En naast tekstgericht blogs zijn er beeldblogs, muziekblogs, moblogs en videoblogs.

[12] Kleerbezem citeert het onder andere in zijn artikel 'Hardop linken': http://www.nqpaofu.com/moerstaal/hardoplinken/.

[13] http://jilltxt.net.

[14] http://jdeanicite.typepad.com/i_cite/.

[15] Dit zag ik voor het eerst in 2001, tijdens de Wizard of Os conferentie in Berlijn, een (intelligente, kritische) recensie van de eerste lezing was al online voordat de lezing was afgelopen. Over instant publishing gesproken.

[16] Niet alleen bij hen. Maar het gaat in de context van deze tekst te ver om bijvoorbeeld in te gaan op vormen van samenwerking die zich vanuit de open sourcebeweging hebben ontwikkeld.

[17] Dit idee ontleen ik aan Jill Walker, zie http://jilltxt.net/txt/distributednarrative.html.

[18] In dit kader is deze opmerking van Jill Walker interessant: 'Blogging isn't simply episodic, because we don't simply flow with the current of episodes moving from idea to idea. When we write a blog or read a blog over time we stand with both feet planted in a river of thought as water flows around our feet; always changing yet always the same. We blog many of the same kinds of things again and again from different points of view taking new points into account.' http://jilltxt.net/?p=1292 Met andere woorden: bloggen leidt ertoe dat we onze eigen beweegredenen en ideeën keer op keer opnieuw onder ogen zien.

Gepubliceerd in De Gids, september 2005.
Ook opgenomen in Ubiscribe, Recent Changes, 2006.

some rights reserved
Arie Altena
index