Arie Altena
index

Vision in the Age of Intelligent Machines

Auge / Maschine I, II, III
Harun Farocki

Arie Altena

'These images lacked plasticity. The human scale was missing.' Het zijn woorden die refereren aan beelden die in 1991 ten tijde van de Eerste Golfoorlog de wereld over gingen: een onduidelijk landschap waarin na een paar seconden een zwarte rookpluim opstijgt; een brug van bovenaf en de haarlijnen van een vizier, de camera nadert de brug, dan is er ruis. De kijkers van het wereldnieuws zagen voor het eerst door de ogen van een camera in een bom die recht op het doel afgaat. De beelden van die zelfmoord-camera, bom en ooggetuige in een, spelen een centrale rol in Harun Farocki's video-installatie Auge / Maschine. Steeds weer worden ze hernomen, deze exemplarische beelden die tonen dat het waarnemen, de arbeid van het kijken, wordt uitgevoerd door machines. De beelden die deze machines waarnemen lijken nauwelijks betekenis te hebben. Als wij mensen ze toch waarnemen -- want ze zijn niet voor ons bedoeld -- dan komen ze vreemd afstandelijk over. De menselijke maat -- waardoor we beelden kunnen verbinden met onze leefwereld -- mist.

Auge / Maschine biedt een staalkaart van zulke machinebeelden. Naast de satellietopnames uit de Eerste Golfoorlog en de beelden van de zelfmoordcamera's, ook registraties van bewakingscamera's in een winkel en op een parkeerterrein bij een supermarkt, controlecamera's op een snelweg, een kijkoperatie, 3D computervisualisaties van een brug, een robot die door lege kantoor- of ziekenhuisgangen rijdt, videotracking van raketten et cetera. Die beelden worden aangevuld met documentair materiaal, bijvoorbeeld van de eerste camera in een bom (een V1, overigens niet gebruikt), militaire vluchtsimulators, fabrieksrobots, en interviews met technici die machinale waarnemingssystemen ontwikkelen.

De meeste beelden die we te zien krijgen lijken weinig spectaculair. Het is nieuwsfootage, oud documentair materiaal, saaie technici die uitleg geven bij camerabeelden en computersimulaties. Qua beeld stelt het niet zoveel voor, er is nauwelijks een spetterende visuele impact. De door machines geregistreerde beelden zijn dan ook niet voor mensen bedoeld. Ze hoeven niet spectaculair te zijn, ons hoeven ze niet te overtuigen of ergens bij te betrekken. We hebben niet alleen te maken met een cinematography by devices, zoals de tekst van Farocki stelt, maar ook een cinematography for devices.

Farocki's, wiens achtergrond in de Duitse studentenbeweging van de jaren zestig ligt, heeft het filmessay tot genre verheven in zijn inmiddels bijna 40 jaar lange filmcarriere. Hij combineert in zijn films en video's, die de laatste jaren steeds vaker in de vorm van een installatie getoond worden, meestal documentair materiaal met nieuwsbeelden en tekst. Hij zoekt niet naar nieuwe beelden, het gaat hem erom nieuwe betekenissen te tonen in bestaande beelden. Zijn filmoeuvre is een continue dialoog met de status en de betekenis van het film- video- en televisiebeeld in onze maatschappij en een uiteenzetting met de instituties en media die deze beelden produceren en verspreiden. In zijn filmessays wil Farocki laten zien hoe technologieën -- zoals cinema -- de wereld (zoals ons idee van politiek, samenleving, arbeid, oorlogsvoering en filosofie) radicaal veranderen.

In Auge / Maschine wordt dus de vraag onderzocht wat het betekent als machines de visuele arbeid (getuige zijn, controleren) overnemen van mensen. Wat is het gevolg van de aanwezigheid van al die vision-machines? Helemaal aan het begin lezen we al 'industrial production abolishes manual work'. Pauze. 'And also visual work.' We zien beelden van industriële productie, Het lijkt alsof Farocki meteen daarop onthult wat de boodschap is als hij stelt: 'the machine performs the task blindly, devoid of social intent'. Machines zijn blind, denk je, ook als ze kunnen zien. Immers, vereist werkelijk 'zien' niet dat we beelden vergelijken, analyseren, interpreteren, betekenis geven? Maar Auge / Maschine toont juist dat machines aan het einde van de twintigste eeuw inderdaad werkelijk gaan zien. De vision-machines waarmee we te maken hebben zijn niet enkel camera's maar volledig geïntegreerde systemen: camera's die gekoppeld zijn aan databases, algoritmes die beelden vergelijken en analyseren, algoritmes die het in realtime waargenomen beeld matchen met beelden uit de database en op basis van vergelijkingen analyses uitvoeren en interpretaties leveren van de waarnemingen, interpretaties die weer kunnen leiden tot beslissingen. Zoals de beslissing om een bom te laten vallen, een rijstrook op een snelweg af te sluiten of om een burger, waargenomen door een bewakingscamera, als verdacht aan te merken. De technologische controlemaatschappij in optima forma.

Op een ander scherm lezen we aan het begin: 'There must be a connection between production and war'. De beelden die Farocki kiest en de manier waarop hij ze verbindt, tonen dat er inderdaad zo'n verband is. Ten eerste is er, voor wie de historische lijn volgt, de vaststelling dat de technologie die nu in het leven van alledag ingezet wordt, een militaire oorsprong heeft. 'War in the Age of Intelligent Machines', zoals de titel luidt van het inmiddels klassieke boek van de filosoof en deleuzeaan Manuel DeLanda over de toenemende complexiteit van oorlogstechnologieën, leidt tot 'vision in the age of intelligent machines'. Maar belangrijker: Auge / Maschine biedt de argumenten voor de stelling dat de vision machines in de oorlog en in de fabriek en op straat volgens dezelfde logica functioneren. De machines handelen op basis van een model van de wereld, dat is samengesteld op basis van de 'requirements' van laboratoria en fabrieken, op basis van economische principes van effectiviteit, kostenbesparing, minimale schade aan de eigen zijde en maximale aan de kant van de vijand. Hun beeld van de wereld is geïdealiseerd, de machines brengen operational images voort. ('Geen propaganda' voegt Farocki toe). Het zijn uiteindelijk toch single-purpose machines met impliciete beslissingsmacht. Het is maar een stap om dan, poëtisch te concluderen dat het inmiddels oorlog is in het dagelijks leven.

Als installatie Auge / Maschine bestaat uit zes splitscreens waarop de single channel video's te zien zijn die Farocki eerder voltooide onder de titels Auge / Maschine I, II, en III. Gedurende de volledige lengte van die video's zijn er twee 'schermen' in beeld, waarvan er een regelmatig voor tekst wordt gebruikt. Wat dat betreft is het niet meer dan logisch dat Auge / Maschine I, II en III nu als installatie getoond worden. Hoewel de afzonderlijke video's logisch naar een einde toe werken zijn het vooral de crosslinks tussen de onderdelen die uiteindelijk misschien sterker zijn. Beelden van de Eerste Golfoorlog, de computervisualisatie van een brug, de industrieële robot, komen meerdere keren terug: zo worden de verbindingen bijna associatief gelegd en krijgt Auge / Maschine, toch in feite een film-essay, bijna iets poëtisch.

Gepubliceerd in de catalogus van het World Wide Video Festival 2004
some rights reserved Arie Altena
index