De Stem in de Kast
Raymond Federman

hier nu opnieuw laat selectricstud mij spreken met zijn ballen klote foutaise zegt sam in zijn kast boven maar dit keer is het menens niet meer aftrekken op de derde verdieping ontsnappen in de bomen nee de bomen waren gekapt leugenaar het is winter nu uitstel geen valse starts meer gisteren vloog een steen door de ruit stemmen en zo zie ik hem uit mijn ooghoek niet langer stommetje spelen op straat de pagina op en neer lachen en fourire mijn leven verknallen het is een teken ik sloeg hem bijna op zijn bek deed hem sidderen van angst terwijl hij wacht tot ik mij boven zal ontvouwen misschien het sein van een vertrek in mijn eigen stem eindelijk een begin na zoveel omwegen meedogenloos valse rechtvaardigingen in de kantlijn er komt nog meer in mijn eigen woorden nu ik mag spreken zeg ik het echte verhaal van de andere kant van binnenuit bevrijdt rollen omgekeerd zonder aarzelen duwden ze mij in de kast op de derde verdieping ik heb het over ons in een hok sloegen me bont en blauw een kwestie van perspectief hoe het had moeten beginnen in mijn korte broek ik heb het over mezelf ssst het is zomer weer leugens we moeten de jongen verstoppen ssst moeder fluistert in tranen het doet pijn altijd te verliezen op de binnenplaats blaast bird zijn brein aan flarden onderbuik altpiepen lover man hoor je het nu gele veer cam stuurde hem mij plagiëert mijn leven op zijn vingertoppen jongens komen voorbij op straat ze gooiden zand in zijn ogen het begint beneden soldaten roepen onze namen ook die van hem federman helemaal fout laat hem niet ontsnappen nee niet deze keer moet de jongen redden hele cirkel van zijn vingers in mijn stem terug naar hem op de machine hoorde net de eerste echo tioli hoe idioot wat had hij dan gedacht uilskuiken staat er na twintig jaar met zijn kop tegen de muur beuken terwijl hij de oude verhalen afratelt wat heeft het voor zin kijk hem in zijn woordenboek bladeren uilskuiken domoor onervaren jong raakte hem bijna op zijn bek federman verenloos jochie verdomme in onze kast na zoveel opgedrongen valse namen die de waarheid ontweken schreef hij en alle deuren gingen open om mijn naaktheid aan te gapen een metafoor neem ik aan een verwrongen lach alweer mis zie hoe hij zich in een hoek schrijft binnen waar ze oude kranten bewaarden uitzinnige aanvallen van typografiefobie slechts nu en dan fataal zijn vingers op de machine maken een vluchtboek voor mij spreek val uitvluchten kwestie van geduld vastbeslotenheid take it or leave it juist daar honderd jaar eenzaam werk doorgespoeld door de ruit iets over de vruchteloosheid van het vertellen experimenteren met de zwervende zoektocht naar liefde zelf seks of is dit echt amerika mensen afgezien van wat gezegd wordt is er niets stilte sam opnieuw wat er in de kast gebeurt wordt niet verteld is hier irrelevant als men het moest weten zou men het weten mijn leven begon in een kast een symbolische wedergeboorte achteraf als hij me in zijn verhalen propt zijn radicale lach verpulverde pagina’s op en neer jankt met zijn ballen waanzinnig sissende interpunctie zaak je perspectief te veranderen het zelf van binnenuit beschouwen vanuit het oogpunt van zijn capaciteit zijn wilskracht federman volbreng de roeping van je naam voorbij alle vormen van antropologisme wees liever een positief kind antropomorfisme dan de trieste telg van een vergeten familie giechelend duwden ze mij in de kast tussen lege huiden en stoffige hoeden mijn moeder mijn vader ja de soldaten ze hakken de handen van kleine jongetjes af bakerpraatjes stuur hem zijn leven in maak mij nu los uit je stem niet om te zijn wat ik was machine maar wat ik zal zijn moeder vader snel beneden al de laarzen het oude probleem hij deed zijn uiterste best oh hij probeerde het zeker en hoe natuurlijk stelde hij zich voor dat het zelf gemaakt moest worden opnieuw gemaakt gered uit één of ander terugwerkend heden gevat hersteld neem ik aan door terug te kijken hoe naïef het verleden in mijn leven begon niet opnieuw terwijl mijn moeder zachtjes huilde als de deur achter mij sluit begin ik mijn vorm te zien enkel vanuit het verleden vanuit de keerzijde van verte kijkend naar het heden kun je misschien zelfs de toekomst in om het ware ik te scheppen jou te bedenken federman met je knikkers mijn leven verspelend alles of niets in je verbale dronkenschap laat niemand zich met ons project bemoeien onze reis doorhalen in mijn eigen woorden opnieuw in het echte verhaal ook mijn vader hoestte zijn tuberculose uit toen ze hem in de kast opsloten ze hakken de handen van kleine jongetjes af alleen op zijn derde verdieping schijt mij op zijn papier wat een giller de soldaten snel ssst en alle deuren sloegen dicht de laarzen op de trap waar het had moeten beginnen maar hij niet nee in plaats daarvan schuift hij ons kalm het vrijheidsbeeld toe heel symbolisch over de schouders van het meisje ik tril in zijn leugens niets zegt hij over het verleden maar ik zie het uit mijn ooghoek probeerde zelfs te protesteren terwijl het buiten naar binnen vouwt lacht dan temidden van de beesten en schrijft op een ochtend vloog een vogel in mijn hoofd ah de brutaliteit en die gele ster op mijn borst wat dacht je daarvan federman zeg de waarheid waar ze oude verkreukelde kleren lege huiden stoffige hoeden en achter de kranten gestolen zakken suiker bewaarden hoe ik ineendook als een sfinx verleid door zijn woordenstront moinous waar was je zeg me aan het dansen toen het allemaal begon waar was je namredef toen de deur achter me sloot vraag ik je krijsend toen ik je het hardst nodig had mij uit te gummen in het donker in het wilde weg in zijn woorden naakt verstrooid me vertellen waarheen hoe vaak ja hoe vaak moet hij me nog zijn oude stem opdringen zijn omwegen doorhalingen ah da’s een goeie leugens leugens vertel mij nu getreuzel ik commandeerde hem diep in mijn ontwerp weiger miljoenen woorden te zeggen verspild om hetzelfde oude gezeik te vertellen louter handigheid hij slaagt er nooit in zijn herhalingen verplaatsingen van wat echt gebeurde manieren om mijn leven uit te wissen door uitweidingen elke ruimte verwijst enkel naar zichzelf ik in zijn handen vorder snel ontmoedigd zeg dat het waanzinnig lachen was om de tijd door te komen twee hokken overeenkomst van ruimtes de juiste samenstelling terwijl hij me valse namen opplakt ons begin vervormt maar nu hurk ik boven de kranten tast naar de muren voor de omtrekken van mijn lichaam terwijl hij naar zijn selectricstud staart die papier volploetert elke ruimte wordt in zichzelf de afbeelding van onze onwerkelijkheid geschrapt uit woorden tollen de ontwerpen net genoeg zodat ik spreek en ik val voor zijn troep om een marionet te worden die gelooft hij is mij of andersom stemloos geboren wacht ik in het donker nu onderaan de trap met hun bundels jammerende gele sterren naar de ovens mijn vader moeder zussen ook naar hun endlösung toen ik hem het hardst nodig had laatste beeld van mijn begin naar de treinen om opnieuw gemaakt ontbonden te worden om het licht af te schermen en hij noemt me boris toen ik op de drempel stond mijn eerste valse naam boris maar die schrapte hij ook in een vlaag van ongeduld maakte mij anoniem naamloos kies voor jezelf mompelt hij een naam uit ontelbare mogelijkheden ik probeerde te protesteren hij geeft ons liever witte plekken terwijl hij zich in zijn eigen verrotting verschuilt homme de plume hombre della pluma keert zijn echte naam om namredef tussen de regels in de hoek verenman zingt zijn tekens vooruitlopend op zijn roeping springt over de afgrond wist het echte verhaal uit door overdrijvingen ik zag hem lang geleden afbeeldingen maken temidden van de beesten hoeveel valse starts nog voor mij te gaan maar waarheen als de deur midden op de dag was opengegaan de wereld zou vol leven zijn stof verbrand pijn in de buik piepend me dood houdend speel ik de scène beneden aan de trap opnieuw af misschien sliep ik de hele tijd en vloog een vogel in mijn hoofd langs zijn gezicht door de ruit ik joeg hem angst aan oog in oog met mijzelf ik gooide zand in zijn ogen sloeg hem op zijn rug met een stok in dronkenschap jankend als een gewond dier hurk ik boven de kranten hier schaamtevol uitgespreid om mijn angst te schijten terwijl hij doorgaat met schreeuwen stemmen in stemmen vermenigvuldigd om mij het zwijgen op te leggen ik hou mijn piemel opzij om niet tegen mijn benen te pissen gaat onhandig door met het fabriceren van zijn ontwerp in cirkels slingert mij heen en weer over zijn schaamteloze pagina’s twee kasten op de derde verdieping gescheiden overeenkomst van geboorte in tijd zoekt de juiste verbinding betekenis der betekenissen maar vanuit deze hoek nooit een primair fenomeen om er opnieuw een einde aan te maken reduceerbaar tot onzin ontlasting van een begin in duisternis ik vouwde het papier tot een pakje voor de vogels ruik aan mijn handen in een reflex of om jaren later uiteen te vallen maar hij negeert dat ook te geobsedeerd door valse beelden sabbel op de gestolen stukken suiker op het dak bij de ladder aan de andere kant van de glazen deur tippelt de maan over de wolken nieuwsgierigheid dreef me de trap af maar ik struikelde op de twaalfde trede en viel en alle deuren gingen open stomme ogen die mijn naaktheid aangapen temidden van de beesten nog steeds hopend op overleving mijn vader moeder zussen maar de treinen rijden al door de nacht toen ik onder de hemel vluchtte trof een gele ster mijn borst en alle ogen wendden zich af ik vertelde hem probeerde uit te leggen hoe het moet zijn begonnen boven ze grepen me en sloten me op in een hok zeulden me wel honderd keer rond de aarde in overdrachtelijke schande terwijl de soldaten elkaar achterna zaten stenen in hun handen en alle sterren in een oven verbrandden mijn overleving een vergissing die hij niet kan accepteren dwingt hem voorwaardelijk te beginnen met een andere vorm van afzondering veinst zichzelf in een kamer op te sluiten met het als van mijn bestaan het verhaal lachend verteld maar het biedt weerstand en reciteert eerst de verplaatsing van het verstopte laat mij op de drempel achter sprakeloos starend naar het vrijheidsbeeld over de schouder van het meisje kwestie van het juiste begin uitkiezen beweert hij zeult me dan de tunnel in om opnieuw schuldig tussen de benen van een vrouw naar de driehoekige kut van amerika te staren leidt me de gang in om zijn vervanging te masturberen in plaats van mij een oorspronkelijke ervaring te geven om de afwezigheid van een vrouwehand te verdoezelen doet alsof ik dood ben twaalf jaar oud toen ze mij achterlieten in de oerkast een moment boven op de derde verdieping met oude kranten lege huiden zoek onbekend genoegen dat alleen een amorf substituut is te denken dat herinnering onschuldig is altijd de waarheid vertelt terwijl de oorspronkelijke ervaring bedrogen wordt het eerste gebaar een hand reikt naar de muren om zijn eigen plaats te vinden aangezien hij er niet in slaagde het echte verhaal voort te brengen tevergeefs situeert mij in de verkeerde omgeving als ik in een leegte verander in zijn verplichting een begin te bepalen hoe droevig het ook is voor mijn verblijf hier voordat herinnering een bron had opdat het zich zal ontvouwen volgens een temporele orde een spatiale verplaatsing gemaakt van woorden in zijn kronkelende complexen van plagiaristische vorm ik was dood denkt hij slaat me over maar ik word geboren in de dood voorbij de open deur zo is het met mij gesteld de voeten zijn al vrij uit de grote kut van het bestaan achterwaarts zal mijn hoofd het laatst naar buiten komen op het papier spreid je armen stemmen roep achter de muren ik kan niet maar de verteller raaskalt opnieuw declameert mijn verhaal en ik leef veelbelovende situatie ik ben mijn begin in deze vreemde zwangerschap ik zeg ik voor de eerste keer als hij wild gebaart in zijn kamer omringd door zijn waanzin er weer eens in geslaagd om eigenhandig de blauwdruk van mijn leven te schetsen als ik me het eerste geluid herinner hier gehoord toen ik ik zei om een oorsprong voor mijzelf te bedenken alvorens in zijn onzin te verkruimelen op de rand van de afgrond leunend tegen de wind nadat ik mijn vieze pakje op het dak plaatste de warmte nog op mijn handen ver weg de lege huiden al tot lampenkappen gemaakt voorbije ogenblikken oude dromen ik ben terug in de actualiteit van mijn breekbaar bestaan opnieuw teruggeworpen in valse dubbelzinnigheden ik ruik aan mijn handen in een reflex uit de kast om nu de zekerheid van hoe het was te bevestigen de hypothese van mijn buitensporigheid te ontkrachten waarop hij zijn gebazel zijn onkwalificeerbare ontwerp baseert als ik de definitieve afwezigheid van mijn moeder registreer die zachtjes huilt in de nacht mijn vader die zijn bloedklonters de trap af hoest ze gooiden zand in hun ogen sloegen hen in de rug schopten hen om hen uit te roeien zijn berekeningen ja zijn verklaringen ja het hele verhaal doorgehaald mijn hele familie tussen haakjes xxxx in typografische symbolen terwijl ik mijn overleving verdraag van het onwaarschijnlijke begin tot het ondenkbare einde ja valse ballen klote ejaculeren op zijn machine mijn echte leven reducerend tot de taaloefeningen van een jongetje dat zich halfnaakt probeert te bevrijden terwijl hij voortgaat met formuleren van nog een paradox waarvan ik getuige ben om mijn onschuldige plezier te vervangen door een schuldig gebaar dat noem ik slim inderdaad om mijn bestaan zijn valse noties van orde waarheid waarschijnlijkheid op te leggen de gang door trippelt luistert nu naar stemmen mompelen achter de deuren te weigeren wat zichzelf ontkent als het zichzelf schept zowel ontvanger als zender van een verhaal verteller verteld schepsel op mijn handen de lucht van het pakje bovenop het dak om in lachen uiteen te vallen verdeeld ik dat tegelijkertijd uit zijn mondhoek de waarheid en de leugen van mijn gesteldheid spreek om de verkondiging en veroordeling van wat hij zegt in semantisch bedrog te omvatten omdat ik onvindbaar ben opnieuw in het donker als ik naar mijn geboorte uit de kast beweeg niet in staat overeen te komen met de illusies in zijn kamer waar alles door verdubbeling en herhaling gebeurt verplaatst het object dat hij wil vatten met valse metaforen die het ongerijmde het onverenigbare op hetzelfde niveau samenbrengen terwijl er in mijn paradox een kloof bestaat tussen het werkelijke ik dat stemloos zwerft in tijdelijke landschappen en het virtuele wezen dat federman beweert te verzinnen in zijn smerige misleidingspakketjes een overlevende die uiteenvalt in verbale articulaties niet in staat te doen wat ik moest doen aanvaard dat zijn ficties niet langer recht kunnen doen aan de realiteit van mijn verleden ik blozende sfinx bezig het raadsel van mijn geboorte te schijten in plaats daarvan bedenkt hij speelkameraadjes voor mij in het chaotisch vorderen van zijn tekortkomingen de waarheid te vertellen moinous noemt hij hen maar laten we eerlijk zijn ja zelfs als het pijn doet het is nu behoorlijk lang geleden sinds hij voor het laatst wist waarover hij het had in zijn woordenstront die mijn ontsnapping vervalst zo te zeggen terwijl hij met mijn angst speelt van mij liever een marionettekind met verstrikte draden maakt dan mij vrij te laten en spontaan om te rennen onder de grijze canvas hemel op zoek naar mijn tegenwoordige-toekomst injecteert dan een nutteloze reflexiviteit in mijn ogen maar niemand laat zich voor de gek houden door zijn misselijke houding die mij mijn moeders gezicht doet vergeten haar droevige donkere ogen mij dwingt mijn vaders hoop te herzien tot passend gebruik in een toekomstig leven in één of ander land ver weg subtiel verborgen in zijn stem proberen weer te verdwijnen terwijl hij denkt woorden zullen mij maken hij denkt dat zijn woorden uiteindelijk op de juiste samenstelling van mijn wezen zullen stuiten hoe slim hij zou willen dat het mijn fout was als zijn woorden er niet in slagen mij te redden ik bied weerstand merkwaardige omkering van rollen waarbij het ruisen van zijn leugens boven mijn hoofd mij zonder verhaal laat maar door een barst in de muur van mijn kast zie ik zijn hand een boom tekenen en op een tak een vogel een bange spotvogel in de vorm van een blad ik hield zoveel van die vogel dat terwijl mijn krabbelaar in de zon keek en verblind werd ik de kooi opende mijn hart in een gele veer verstopte om zijn woorden uit te wissen nabootsing van mijn bestaan die sam’s warboel herhaalt babel object zonder eigen naam en omgekeerd genoemd gevangene van zijn ontwerpen zo gauw hij tegenover de ruimte van deze flagrante tegenspraak staat in de hitte van onze confrontatie maar omdat hij er niet in slaagde zichzelf te vervangen door de eerste getuige van mijn begin kan hij zijn relaas niet verbeteren verzint alleen opnieuw wat hij dacht dat er werkelijk gebeurde op de derde verdieping toen de deur achter mij dichtsloeg zomer ontsnappen in de bomen de laarzen op de binnenplaats gejammer beneden aan de trap mijn ervaring opnieuw verteld in valse versies gegrift in een bedriegelijke ruimte uit tegenwoordig-verleden tijd die nauwelijks de aard van mijn stemloosheid kan benaderen en zo kijkt hij naar mijn zwerversdagen geeft aan wat hersteld is door gebrekkige herinnering hoe kan ik vooruitkomen in opzettelijke vervormingen zelfs wanneer het heden teert op de toekomst van deze voortvluchtige die hier zijn ware identiteit aanneemt als hij afgeeft op zijn eigen verhaal opgesloten in een ruimte voorbij zijn handen op de rand van zijn circulair geratel binnenin als de selectricstud voortkloot mij in een verbaal vacuüm zuigt als om mij eindelijk te bevrijden in de afwezigheid van mijn eigen aanwezigheid nee ik kan mij er niet bij neerleggen de inventaris van zijn misrekeningen te zijn ik ben niet klaar voor mijn eindafrekening en ik wil niet langer tegen mijn zin aan het fiasco van zijn fabricaties deelnemen mislukt verslag van mijn overleven alleen gelaten in het donker niets om mee te spelen behalve mijn eigen ontlasting nu netjes verpakt op het dak om het symbool van mijn origine te worden in de woordenstront van zijn fabulaties die futiele activiteit beelden van geboorte in dood te scheppen achterwaarts in de kut van de realiteit terugkerend naar mijn uitstoting er moet een betere manier zijn om mijzelf te manifesteren om mijn aanwezigheid in zijn oefenboek te bevestigen mijn eerste woorden op de rand van verbale authenticiteit te spreken ik zal in het licht treden tevoorschijn komen naar een ander oord vluchten overleven de waarheid vertellen mijn woord erop weerstand bieden ik zal zijn aanhoudende paradox afschaffen de onwaarschijnlijkheid van zijn fictie blootleggen met trucs listige strategieën dat zal hem van zijn waanzin genezen zelfs als het vertellen van zijn eigen verhaal hem naar de vergetelheid stuurt zijn reis naar chaos beëindigd zijn tijdelijke landschappen bevroren zijn bezoek temidden van de beesten vergeten zijn waarachtig fictieve discours gehekeld ik zal meedogenloos zijn het overdreven tweedehands verhaal opnieuw verteld met de juiste nadruk al zijn woorden weggevaagd van hersenloze cambrische algen tot geplagiëerde verbeeldingskracht zijn hoofd verpletterd tegen de muur ik zal uit mijn omgekeerde rol stappen eindelijk in mijn eigen stem spreken zelfs als ik mijzelf moet uitstrekken tot het onhaalbare maar stel hij verlaat me vermoeid en vol walging zal ik in staat zijn om alleen uit de gang tevoorschijn te komen de zon in zal ik in staat zijn om wezenlijk te worden en niet een buitengewone gebeurtenis op de rand van de afgrond stokkende woorden terugkerend zonder bestemming een historisch fiasco in zijn hysterisch geschreeuw verduisterd door gebrekkige herinnering ja stel dat hij het opgeeft op een ochtend sterft tussen miljoenen onvoltooide momenten middenin een woord zal ik blijven afhangen van zijn bloed levenloze stem in een stem zonder verhaal te vertellen mijn begin uitgesteld door federmans afwezigheid nu dan           ik        voor altijd geweest        waarheen        nu        zeg zelfs niet waarom         maar jij       jij vraagt         hoe            ik        sla over       nooit eerder gesproken      maar wat     voor mij     nee    slaap selectricstud ruzie ga opnieuw in de kast rechtop nu uitgespreid onzelfzuchtige bewegingen richting onzegbare toekomst tussen twee toevluchtsoorden levend maar bang gele veer jongen ingesloten kindmannetje symptoom zelden fataal gecontroleerde druk produceert typografische tovenarij voodoo machines ik gevestigd in naaktheid metaforisch blootgesteld federman weg dan gezicht naar de zon schaduwen volgen tijd voor nog een vluchtboek ouwe kameraad in zijn nakie omwegen spreek val schei uit symbolische uitvluchten van hergeboorte deze keer niet meer aftrekken valse kast ga ren onder de sterren waar spanning tussen peripatetisch hysterische zoektocht naar mensen liefde bedrijft uniek geval onecht amerika sam niet minder vroedvrouw bij hergeboorte tijd om onverloste rotzooi te aanvaarden accepteer jongetje beschreven hartstocht niet in heden terugwerkend nooit helemaal gevat echo’s toekomstruimte in verhalen hersteld alleen uit voorbije beelden aangenomen vorm keerzijde van verte verstikking federman confronteer nu veel moinous woordenstront begin daar enkelvoudige stem te leveren lang zijsprong kast maar een enkel woord miste logos tekent kaart van reis naar chaos roept een vogel op hier waar namredef sprak uitbrandt om beter angst te onderzoeken realiseer aspecten schrap leven onderweg om handen aan te raken of gevoelens toe te laten woorden aan te drijven uiteindelijk tegenover moeder nu beest vader nu sukkel zussen ook van de andere kant brandende sterren de gevoelde wreedheid in ovens als noodzakelijk alchemistisch vuur of laat beide branden of geen van beide uitgewist laat het maar hier nu opnieuw verenloos doodsgevaar hulpeloosheid ontstellende marionet kan niet vliegen doortrapte slimmerik voert met rekwisieten oude verhaal weer op kunstmatig vogeltje geboorte in terugblik om opnieuw gemaakt zelf gevangen in onzelf heden als nog ongemaakt onverbeeld uit een omhoog rijzende echo zwevend uit toekomst om te beslissen ontdek overleving naar onverdeeld ongeschreven leven glijdt over afgrond doorkruist geselectrificeerd oog uiteengevallen kwesties voorbij dood verdubbelen open deur scheuren de sluier van hoge priesteres prepareer laatste boekrol uitgespeeld klaar om te ontsnappen nu achter muren ssst noodzakelijke energie versnipperde pagina’s catastrofe woorden bedreigt onkwalificeerbaar gebrabbel verraadt oorspronkelijke ervaring opgesloten ik uitzinnig hij listig futiele oerelementen van vluchtactiviteiten rectificeren zichzelf vanuit verschillende gezichtspunten zinloze uitwijking tekent lineariteit van leven ondermijnt circulariteit van woorden tot stemmen die schreeuwen opnieuw reduceerbaar machine discours systeem van herstel door verlies einde vader nu moeder gezien zussen ook gemeten berekend geformuleerd door typografische symbolen in kasten overeenkomst tot wat opnieuw wordt gezien opnieuw gemeten opnieuw berekend geformuleerd zelfs in nabijheid geringe variaties tot iets mogelijk tegen de achtergrond van dromen al gezegd al gezien dwaze pleziertjes om zich te vermenigvuldigen in verbale modder te bouwen terug te komen op al gevolgde lijnen opnieuw volgen griften een traject van handeling enige zekerheid alleen hier in kast buiten mysterie te vinden hulpeloosheid van een begin elders omfloerste vingers van plagiaat wie spreekt tot wie met neutrale stem de vragende leugen maskeert onderwerpen uit andere verhalen naar waar het eens sterft veel woordenstront laat enkelvoudig licht schijnen in kast de dreiging alleen maar weer een andere paradox te worden aanwezigheid gespleten stem in afwezigheid uit mislukking gesproken reconstrueert voorbije uitvoering van mogelijke voorwaardelijkheden van als als verbindt een zekerheid wendt voor minder te bieden zei wilde misschien minder toch proberen uit verte in hol geluid zichzelf te laten gelden liever zwakheid leegte dan een afwezigheid kracht of macht eerder verwacht te horen zeg aanvaard mislukking door te wijzen op wie niet-bestaan maakt samenzwering gelach ik niet in staat delegerende namen te bedenken anonieme machine in beweging schreeuw vragen bevestigingen weefsel ontwerpen ontkenningen speculaties alles of niets waar zon en andere sterren nog branden evenmin symbolen van een begin als metaforen van microkosmos realiteit gigantische mythokosmos bolwerk van woorden ruimtelijke vormen integreren in retorische perfectie naam doorgehaald op moment van uitspreken met kloten foutaise strekt zich opnieuw uit klote van onmogelijk overleven herhaal zelfs minder dan niets bestendigt zich in toekomstig-verleden streek van ruïnes hele cirkel vingers terug naar stem een prehistorische kastgebeurtenis deuren op slot in eerste toevluchtsoord speelt dood vruchteloze herinneringen uitgewiste illusie te bestaan in buitensporigheid met huilen naar oneindigheid in beide richtingen probeerde stilte te bespotten toen gerucht vastgehaakt aan primair zelf in lichaam fantastisch versplinterde in andere versies van echt verhaal blijft hangen als andere sporen langs uiteenlopende paden van mogelijke afdwalingen voorwaarts van loosheid naar eindeloosheid aanvaardt keerzijde van verte is gelijk aan omkering van nabijheid in verzoening doorboren vier zwaarden gepantserd lichaam door acceptatie van jeugdige trotsering met dwaasheid sam weet het standvastigheid vergroot schaduw hok van schuld na ontlasting op dak van rijdende treinen naar oven nu opnieuw gemaakte lampekappen rent de trap af naar nachtroep van angst ruikt handen naakte gele ster bird zoekt begin van historisch fiasco eindelijk vrij om te reizen temidden van de beesten waar onderbuik piepen uitwaaieren in gelach uit duisternis verplaatsing van eenzaam werk herinnert aan voorpagina gezichten van soldaten zegevierende sfinx bezig zijn leven te schijten begint opnieuw kast ingesloten als selectricstud weer begint te bewegen tussen lege huiden verkruimelen beelden door vervormingen spint leugens tot een valse versie maakt bokkesprongen oneindige verhalen vallen stil in afgrond om vervangen te worden opnieuw verteld verwarring voorspelt daaropvolgende verlichting met welk recht echoot een dwaas uit nabije verte het ontwerp van jeugdige dwaasheid want noch duisternis angst strijd wanhoop noch weerstand dwingen succes af symmetrie om begraven zwaard te grijpen aarzelt te overtreden als hij leert te luisteren stil te zijn accepteert verbijsterd in kast leven ook anderen die aanvaarding niet trotsering van woorden zoeken naakt jongetje vraagt hoopvol opnieuw maar wie vraagt wordt overgeslagen en wie zich hier opdringt krijgt geen antwoord opdringen is dwaasheid wat juist is sterken in een dwaas is heilige taak als bron eindelijk opwelt aan voet van de berg gezicht van superieur kindmannetje sterkt karakter hij weet nu door en door in alles wat hij doet dat doorgaan op deze weg tot waanzin leidt vernedering kinderlijke dwaasheid goed geluk door toewijding zachtaardigheid maar voor hen hier boven overtreding te begaan ontkent overleving tijd om ernstig te zijn in zijn kast boven niet langer verlossing te spreken mijn waarheid zeggen vanaf federmans afgesneden vingers eindeloos hier nu opnieuw

 

Vertaling van Raymond Federman: The Voice in the Closet, 1979, © Raymond Federman.
© vertaling Arie Altena & Uitgeverij Perdu, 1992.

Oorspronkelijk verschenen als Raymond Federman: De Stem in de Kast, drietalige uitgave Engels, Frans, Nederlands; Amsterdam, Perdu, 1992.

index