Arie Altena
index

Magic Squares / Protoquadro

ARIE ALTENA


Submultimedia is een van oorsprong Italiaans collectief van kunstenaars en onderzoekers. Twee van de leden, Federico Bonelli en Maurizio Martinucci (TEZ) opereren sinds 2002 vanuit Amsterdam. In SYB sprak ik met Federico Bonelli (1969) over het werk van Submultimedia; hij leidde me rond in de tentoonstelling die op dat moment nog 'in uitvoering' was. Bonelli is van opleiding wetenschapsfilosoof en deed in het verleden onder andere onderzoek naar de geschiedenis van de wiskunde en werkte samen met Lucio Russo (een Italiaanse wetenschapsfilosoof die in zijn boek The Forgotten Revolution, de wortels van de Westerse wetenschap terugvoert naar 300 voor Christus). Hoewel hij nu in de kunst werkzaam is, voelt Bonelli zich nog altijd filosoof, zijn achtergrond speelt een belangrijke rol in de concepten die Submultimedia ontwikkeld. Filosofie, zo zegt Bonelli, is iets wat je doet, het is een praktijk. Hij initieert graag samenwerkingen, bijvoorbeeld met de laptopmuzikant en componist van computermuziek TEZ (Maurizio Martinucci) en kostuumontwerper Salvatore Fiorino. Samenwerken en in praktijk filosofie bedrijven is net zoiets als koken, en in dat proces is Bonelli graag de theoreticus en de dramaturg. Submultimedia, zo kun je stellen, doet onderzoek door middel van het maken van kunst, en toont in kunstwerken de resultaten of de huidige stand van het onderzoek.

Tijdens de werkperiode in SYB concentreerde Submultimedia zich opnieuw op Protoquadro, een project dat, op z'n kortst gezegd, draait rond computergegenereerde schilderkunst. Proto staat voor 'eerste', quadro is Italiaans voor schilderij, letterlijk 'vierkant'. In het Italiaans is een schilderij een vierhoekig vlak op de muur waarop een afbeelding te zien is, een afbeelding die de toeschouwer een gevoel geeft, emotioneert, beweegt. In Protoquadro probeert Submultimedia de computer zulke afbeeldingen te laten genereren.

Het veld van de computergegenereerde beeldende kunst wordt vooral beheerst door abstract werk (abstract is niet de juiste term, aangezien de vormen niet geabstraheerd zijn, maar gegenereerd). Voorbeelden daarvan zijn de elegante animaties van Casey Reas (gemaakt in de door hem en Ben Fry ontwikkelde programmeeromgeving Processing) of het beeld in de strakke, eerder minimale audiovisuele installaties van het Rotterdamse Telco Systems. Het is intrigerend, maar misschien ook wel problematisch, dat Submultimedia juist werkt vanuit figuratieve bronmateriaal en streeft naar een dynamisch beeld dat eenzelfde effect heeft als een symbool. Er lijkt sprake te zijn van onverenigbare grootheden. Kan een abstracte machine als de computer zo worden geprogrammeerd dat er betekenisvolle beelden ontstaan, met de kracht van een symbool?

Maar misschien is er geen tegenstelling. Ze is er niet in de methodologie van Submultimedia en Bonelli's uitleg daarvan. (Waarbij Bonelli opmerkt de ideeën van TEZ lang niet altijd overeenkomen met de zijne, en dat ze dank zij de verschillen vooruitgang boeken). Wie met computers werkt moet een systematiek ontwerpen, aangezien een computer functioneert op basis van wetmatigheden. In Protoquadro gebruikt Submultimedia steeds een representatiewet en een evolutiewet. De representatiewet kan bijvoorbeeld zijn afgeleid van het enneagram, een negenhoek die transformatie symboliseert; of zoals in dit geval, gebaseerd zijn op een magisch vierkant. Deze wetten worden toegepast op bronmateriaal en feedbacken met elkaar. De representatiewet bepaalt voor het grootste deel de compositie van het beeld, terwijl de evolutiewet stuurt hoe het gebruikte bronmateriaal wordt gevormd en bewerkt en hoe ze dynamiek krijgt. Zo ontstaat een langzaam bewegende compositie, een generatief schilderij.

Voor Submultimedia is het van het hoogste belang dat het bronmateriaal een 'state of mind' representeert. Het creatieve proces ligt in het ontwerpen van de algoritmes (de representatiewet bijvoorbeeld) maar evengoed in het bronmateriaal. In een tekst over Protoquadro schrijft Submultimedia: "In our eyes the ideal Protoquadro should be the result of an intentional creative process, to which the techniques chosen, the emotional expression and the perceptive environment should be equally relevant." De keuze van bronmateriaal maakt verschil, Submultimedia maakt daarom gebruik van eigen foto's. In het geval van de realisatie van Protoquadro in SYB zijn dat voornamelijk foto's die Salvatore Fiorino tijdens psychogeografische omzwervingen in de omgeving van Beetsterzwaag maakte. (Beetsterzwaag, waar, Bonelli zegt het meermaals, een heel erg fijne, warme sfeer hangt en waar ze erg goed hebben kunnen werken). Uit de duizenden foto's is samen met TEZ een selectie gemaakt, ze zijn bewerkt en geordend met het oog op een goed resultaat.

Submultimedia zoekt naar het moment waarop de wetmatigheden (waarmee de computer werkt) de hand van de kunstenaar (die deze wetmatigheden programmeert en de machine voedt met materiaal) elkaar ontmoeten. Randomness, aldus Bonelli, leidt in kunst tot oninteressante werken. Het doel van Protoquaddro is om de toeschouwer een uniek moment te laten beleven; kunst heeft tot doel de toeschouwer te transformeren.

Hoewel Bonelli ook wiskunde heeft gestudeerd, denkt hij heel concreet over wetmatigheden. Hij ontleent inspiratie aan de systematieken uit de hermetische traditie, de Kabbala en de middeleeuwse geheugenkunst (de boeken van Frances Yates over geheugenkunst en Giordano Bruno behoren tot zijn favorieten). Hij toont me als voorbeeld van een wetmatig opgebouwd beeld een fragment van een schilderij van Botticelli: druiventrossen, twaalf korenaren, exact afgebeeld binnen een achthoek; een wetmatig opgebouwd gelaagd beeld met een versleutelde betekenis. Een dergelijke gelaagdheid, zo zegt hij, zou Protoquadro ook moeten hebben. Of het gebruik van magische vierkanten, zoals de SATOR ROTAS figuur daartoe werkelijk bijdraagt, weet ik niet. In Protoquadro speelt het magisch vierkant een belangrijke rol in het algoritme dat bepaalt welke beelden uit het bronmateriaal daadwerkelijk worden gekozen en hoe deze worden afgebeeld. Dat er een wetmatigheid nodig is in computergegenereerde beelden, spreekt voor zich. Dat de keuze en het precieze ontwerp van algoritmes veel- zo niet allesbepalend is, lijkt me een feit. Of de betekenis van systematieken uit de hermetische traditie een rol spelen in de betekenis van het gegenereerde beeld, betwijfel ik. Ik zou zeggen dat een magisch vierkant een systematiek genereert die op zich geen betekenis draagt. Bonelli reageert daarop: 'Het is waar dat een aan een symbool ontleende generatieve evolutiewet niet altijd wiskundig verschilt van een aan de wiskunde ontleend algoritme. Maar het maakt wel verschil voor het netwerk van verhalen waarnaar je kunt verwijzen. Het maakt verschil of je Giordano Bruno leest, of een algoritme uit Google haalt. De menselijke kant is belangrijk.'

De grootste inspiratiebron voor Submultimedia zijn echter de Italiaanse futuristen, in het bijzonder Marinetti en voor de schilderkunst Umberto Boccioni. De 'representatie-wetmatigheden' die Bonello in Protoquadro toepast leveren inderdaad composities op die qua samenstelling van fragmenten refereren aan Boccioni's schilderkunstige representatie van dynamiek. Citaten als deze (van Umberto Boccioni, 1914) gaven Submultimedia een schok van herkenning: "We synthetise all instants (of time, place, form, color-tone) and we built the painting upon them. And this painting, as an independent organism, has its own law, and the elements that made it obey to this law, creating as such the similarity of the painting with itself."

Ik weet niet of ik de beelden die Protoquadro in SYB genereert echt mooi vind. Misschien zijn ze me te kleurrijk, misschien ligt het aan de compositie in combinatie met de punten van waaruit verandering ontstaat. Een eerdere versie van Protoquadro op basis van foto's van Amy Jackson (The Secret Life of Flowers) bevalt me beter (een registratie ervan is in SYB op DVD te zien). Fascinerend is wel dat je gedurende een paar seconden het gevoel hebt te kijken naar een statisch beeld, en je dan realiseert dat het op verschillende plekken langzaam beweegt. Blijf je langer kijken dan verbaast het je vervolgens dat je even het gevoel hebt gehad naar een stilstaand schilderij te kijken, zoveel is er veranderd. Soms werken de beelden, soms verschijnen er combinaties met 'maskers' (die gradueel over de 'collages' van foto's worden gelegd, meest vormgegeven door TEZ) die minder geslaagd zijn. Federico Bonelli is dat met me eens. Wat hij nog wil doen is lang kijken naar de beelden, en op basis van wat hij ziet aanpassingen maken. 'Het fijne penseelwerk moet als het ware nog gedaan worden.' Het luistert nauw welke bronmateriaal wordt gebruikt. Misschien moeten sommige maskers er nog uit, misschien een aantal foto's gewisseld. Finetuning. "Protoquadro is geen eenvoudig te temmen beest", aldus Bonelli.

Hoewel Submultimedia vaak refereert aan Boccioni en de historische avant-gardes is het doel geenszins om met een schone lei te beginnen en de voorgaande schilderkunst op te blazen. Protoquadro sluit juist aan bij een lange traditie: met nieuwe middelen wordt het effect van oude schilderkunst bereikt. In een tijd waarin het beeld bijna betekenisloos lijkt te worden wil Submultimedia proberen uit de overload aan beelden (evengoed die duizenden digitale foto's die ze maakten rondom Beetsterzwaag) opnieuw betekenisvol beeld te peuren. Submultimedia wil beelden maken waarover je je weer verwonderd, 'make the wonder come out again from images'.

Protoquadro wordt vertoond op een plasmascherm. Submultimedia prefereert deze schermen boven beamerprojecties. Ten eerste omdat het beeld niet wordt geprojecteerd, ook omdat het plasmascherm licht uitstraalt en tenslotte omdat het niet flikkert. Zo wordt het effect van een schilderij dichter benadert. De tentoonstelling bevat meer, al is Protoquadro steeds uitgangspunt en middelpunt. De ruimte van SYB is ook gebruikt voor sculpturen van Submultimedia's Rino Garzarelli, die verwijzen naar het magische vierkant, met krijt aangebrachte magische vierkanten, een installatie, en een slideshow van het bronmateriaal. Een tentoonstelling mag best theatraal worden zegt hij als ik zijn aanpak vergelijk met de beeld-en-geluid scene die in vergelijking met Submultimedia vaak veel abstracter en minimaler te werk gaat. Hoewel Protoquadro voor zichzelf moet spreken (wat het doet), valt op een zijdelings opgehangen scherm ook te zien hoe de compositie tot stand komt. Submultimedia laat graag zien hoe iets is gemaakt. De computer die het plasmascherm aanstuurt is dan ook helemaal van z'n jasje ontdaan: op een krukje ligt een moederbord met RAM, voeding, aansluitingen, processor, een ventilator, de harde schijf hangt aan een plastic draadje. Het vormt een mooi contrast met het dure plasmascherm. Al is het qua esthetiek ook een problematisch contrast: computers die hun ingewanden tonen refereren meteen aan de lo-tech scene, waarmee Protoquadro weinig te maken heeft. Al zou je ook kunnen zeggen dat het goed is om te tonen dat het, ondanks het slicke plasmascherm, evenmin hi-tech is.

Ik was er op vrijdag 16 juli. Federico en Rino waren druk bezig om alles voor de opening op zaterdag af te maken. In de week daarna hopen Bonelli en TEZ nog een soundscape te realiseren, op basis van hetzelfde algoritme waarop deze aflevering van Protoquadro wordt gegenereerd. Bonelli zal nog een lezing geven over de achtergronden van het werk en over kunst als middel tot transformatie. En in de toekomst hopen ze nog eens werk in de openbare ruimte te kunnen realiseren, werk met eenzelfde soort aanwezigheid als een fontein in een vijver of een middeleeuwse klok op een stadsplein. Ideeën in overvloed.

 

Geschreven bij gelegenheid van het project van Submultimedia in Kunsthuis Syb
http://www.submultimedia.tv
http://www.kunsthuissyb.nl. some rights reserved
Arie Altena
index